4.7.2.3 DF-D en DF-D/EDN type 800A/1250A
Om een eenvoudige en comfortabele montage van de kabels toe te laten bestaat de
mogelijkheid om de vermogenschakelaar uit de cel te rijden.
• Demonteer de eerste drie bodemplaten zodat
enkel de achterste bodemplaat gemonteerd blijft
(Figuur 4.7.17 A).
Maak met behulp van een scherp mes enkele
•
sneden in het doorvoerrubber (Figuur 4.7.18 A).
•
Schuif het doorvoerrubber over de kabelmof
(Figuur 4.7.18 A).
• Beide kabels met een koppel van 60 Nm aanspannen.
• Monteer de eerste kabel op het
aansluitcontact:
§ Plaats vervolgens de sluitring
(Figuur 4.7.18 B),
§ De schotelveer (Figuur 4.7.18
C),
§ De moer (Figuur 4.7.18 D)
• Herhaal deze stappen voor de
aansluiting van de tweede kabel
op het aansluitcontact
• Schuif het doorvoerrubber (Figuur 4.7.19 A) op de
juiste hoogte op de kabels.
• Sluit de aardkabel (Figuur 4.7.19 B) met behulp
van de moer (Figuur 4.7.19 C) aan op de
aardstrip (Figuur 4.7.19 D).
• Plaats de tweede bodemplaat (Figuur 4.7.20 A)
in de cel, zodanig dat het doorvoerrubber door
de twee bodemplaten wordt gefixeerd.
• Bevestig de bodemplaat aan weerszijden aan het
frame met behulp van de flensbout (Figuur
4.7.20 B), de getande waaierveerring (Figuur
4.7.20 C) en de moer (Figuur 4.7.20 D).
DW602110
Figuur 4.7.17
Figuur 4.7.18
Figuur 4.7.20
Figuur 4.7.19
4-37