Pagina 1
MIDDENSPANNINGSBORD HET MODULAIR CONCEPT Gebruikershandleiding THE SPECIALIST IN MEDIUM VOLTAGE SWITCHGEAR SwitchGear Company nv - Moorstraat 24 - 9850 Nevele Tel: +32 (0)9/321.91.12 - e-mail: info@switchgearcompany.be - www.switchgearcompany.be...
Service en technische ondersteuning ..................x Identificatie van de cellen ......................x Algemene veiligheidsvoorschriften en –instructies ..............xi Gebruik volgens bestemming ....................xii Algemene beschrijving ................. 1-1 DF-2, het modulair concept ................... 1-1 Compartimentatie ....................1-2 1.2.1 Barenstelcompartiment ..................1-3 1.2.2 Apparatuurcompartiment ..................
Pagina 4
2.2.10 DF-T cel ........................ 2-4 2.2.11 DF-C cel ........................ 2-4 Transport en opslag ................3-1 Veiligheidsvoorschriften – transport ..............3-1 Veiligheidsvoorschriften – opslag ................3-1 Installatie ....................4-1 Veiligheidsvoorschriften – installatie ..............4-1 4.1.1 Algemeen ......................4-1 4.1.2 Aanbevelingen - opstellingsruimte ................ 4-1 4.1.2.1 Vloeroppervlakte ....................
Pagina 5
Onderhoud ..................... 6-1 Veiligheidsvoorschriften - onderhoud ..............6-1 Onderhoud – algemeen ..................6-1 6.2.1 Algemene controlewerkzaamheden ..............6-2 6.2.2 Reinigen van de DF-2 cellen ................. 6-2 6.2.2.1 Reinigen van de buitenzijde .................. 6-2 6.2.2.1.1 Condensatie ......................6-2 6.2.2.2 Reinigen van de binnenzijde ................. 6-2...
Pagina 6
Uit- en inrijden van de uittrekbare vermogenschakelaar (DF-D-W) ...... 6-5 6.2.3 Invetten van de aardmeslepels en de aardingsblokjes (indien aanwezig) .... 6-6 6.2.4 Schakelen van de schakelaars (DF-2 cellen met een schakelfunctie) ....6-7 6.2.5 Vervangen van de smeltveiligheden (DF-P cellen) ..........6-7 6.2.6 Ledigen van de olieopvangbak (DF-T cellen met oliegevulde transformatoren) ...
Pagina 7
9.1.4.9 DP-M – Hulpcontact t.b.v. signalering status van smeltveiligheden ....9-20 9.1.4.9.1 Montagevoorschriften ..................9-21 Sleutelvergrendelingen ..................9-22 9.2.1 Voorbereidingen ten behoeve van de montage ..........9-22 Montage van sleutelvergrendelingen - algemeen ..........9-23 9.2.2 9.2.3 Eindcontrole en inbedrijfstelling ................9-24 9.2.4 Montage van sleutelvergrendelingen –...
VOORWOORD Dit document Dit document is bedoeld als naslagwerk waarmee daartoe bevoegde en opgeleide operators het middenspanningsbord op veilige en economische wijze kunnen transporteren, installeren, gebruiken en onderhouden. In dit document wordt het begrip "middenspanningsbord" gebruikt om een willekeurige – maar in de praktijk voorkomende- combinatie van DF2-cellen aan te duiden die, onderling gekoppeld en verbonden, een klantspecifieke transformatie- of distributiepost vormen.
VOORZICHTIG Afklemminggevaar Opmerkingen, suggesties en adviezen Maak de betreffende cel, de direct volgende en de voorafgaande cel spanningsloos alvorens de beschreven werkzaamheden uit te voeren. Open zowel de lastscheidings- als de aardingsschakelaar alvorens de beschreven werkzaamheden uit te voeren. Raadpleeg eerst de aangegeven informatiebronnen. Bescherm het middenspanningsbord tegen water of vocht.
Service en technische ondersteuning Voor informatie betreffende specifieke afstellingen, onderhouds- of reparatie-werkzaam- heden die hier niet worden behandeld, gelieve contact op te nemen met SwitchGear Company nv • Vermeld in zo'n geval altijd de volgende gegevens: celtype en voltage serienummer van de cel(len) •...
Algemene veiligheidsvoorschriften en –instructies SwitchGear Company nv aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade of letsel veroorzaakt door het niet (strikt) naleven van de veiligheidsvoorschriften en –instructies, dan wel door onachtzaamheid tijdens de installatie, het gebruik, het onderhoud of de reparatie van het middenspanningsbord en de eventuele bijbehorende opties. Gebruik voor het monteren van de cellen steeds veiligheidshandschoenen en de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen.
Transport, opslag, installatie, gebruik en onderhoud • Zie resp.: “Veiligheidsvoorschriften – transport” “Veiligheidsvoorschriften – opslag” “Veiligheidsvoorschriften – installatie” “Veiligheidsvoorschriften – gebruik” “Veiligheidsvoorschriften – onderhoud” Gebruik volgens bestemming Het middenspanningsbord is uitsluitend ontworpen om te worden gebruikt als transformatie- of distributiepost, zulks conform de door SwitchGear Company nv verstrekte specificaties en condities.
De voor uw middenspanningsbord geldende technische specificaties vindt u op de typeplaten op de cellen. Zie "Identificatie van de cellen". De modulariteit van het DF-2 concept beperkt zich niet alleen tot de mogelijkheid om met de DF-2 cellen verschillende configuraties te bouwen. Elke DF-2 cel op zich is eveneens een verzameling van modules die, ingebouwd in de daartoe voorziene compartimenten, de functie van de betreffende cel bepalen.
"Apparatuurcompartiment" (fig. 1.01 C) "Kabelcompartiment" (fig. 1.01 B) "Bedienings- en laagspanningscompartiment" (fig. 1.01 A) Bij DF-2 cellen zonder schakelfunctie (DF-C-750, DF-C-500, DF-T en DF-K) is in mindere mate sprake van modulariteit. Deze cellen kenmerken zich door de aanwezigheid van resp.:...
• Zie resp.: "Invoersysteem" "Transformatorsysteem" "Meetsysteem" 1.2.1 Barenstelcompartiment Het barenstelcompartiment bevindt zich achter het bedienings- en laagspannings- compartiment. Met behulp van het barenstel worden de verschillende cellen van het middenspanningsbord elektrisch met elkaar verbonden. Het modulaire barenstel bestaat uit drie, in elektrolytisch maatkoper F25 uitgevoerde baren die bij de installatie van het middenspanningsbord nog moeten worden gemonteerd.
duidelijke wijze op het synoptisch schema weergegeven. Afhankelijk van de uitvoering wordt de aardingsschakelaar handmatig of motorisch bediend. De aardingsschakelaar is met de lastscheidingsschakelaar ondergebracht in één aandrijfmechanisme met onderlinge vergrendeling. Zie "Aandrijfmechanisme". 1.2.3.2 Smeltveiligheidscombinatie De smeltveiligheidscombinatie is een beveiligingsvoorziening bestaande uit een combinatie van: RV 44 lastscheidingsschakelaar (zie "Lastscheidingsschakelaar") EM 20 aardingsschakelaar (zie "Aardingsschakelaar")
'positie lastscheidingsschakelaar' (open / gesloten) stroomloopschema 1.2.4.2 Aandrijfmechanisme DF-2 cellen met een schakelfunctie zijn voorzien van een aandrijfmechanisme voor de bediening van de schakelaar(s). Dit aandrijfmechanisme bevindt zich achter het frontpaneel. De negen verschillende aandrijfmechanismen kunnen worden herleid tot twee hoofdtypen.
De bedieningen van de lastscheidingsschakelaar en de aardingsschakelaar zijn in één aandrijfmechanisme ondergebracht. Beide schakelaars hebben elk hun eigen, afzonderlijke bedieningsas. De bedieningsassen zijn onderling mechanisch verbonden (vergrendeld) om foutieve schakelhandelingen uit te sluiten. 1.2.4.2.2 Combinatie lastscheidingsschakelaar – smeltveiligheid Afhankelijk van de uitvoering wordt de lastscheidingsschakelaar en/of de aardingsschakelaar handmatig of motorisch bediend.
De verschillende DF-2 cellen 1.2.8.1 Standaard uitrusting per cel De DF-2 cellen onderscheiden zich al naargelang hun functie. In onderstaande tabel vindt u de verschillende celtypen met daarbij de standaard uitrusting per cel in de vorm van een verwijzing naar de beschrijving van de betreffende voorziening.
1.2.8.2 Korte omschrijving celtypen met omschrijving schakelfunctie DF-A aankomstcel met lastscheidingsschakelaar DF-A aankomstcel met lastscheidingsschakelaar met arc-killer en koker achteraan DF-P beveiligingscel met combinatie lastscheidingsschakelaar- smeltveiligheid DF-AV beveiligingscel voor hulpspanning of netbewaking DF-D beveiligingscel met lastscheidingsschakelaar en vaste vacuüm- vermogenschakelaar DF-D beveiligingscel met lastscheidingsschakelaar en vaste (maar uitrijdbare) vacuüm-vermogenschakelaar met arc-killer en koker...
1.2.8.3 Eenduidige benaming van de cellen. specifiek voor de Belgische markt. (Situatie op 12/2007) Type Beschrijving Categorie Toegankelijk- heid Code Klasse Scheiding DF-A Aankomstcel met AA31 LSC2A lastscheidingsschakelaar. 16kA 1s DF-A Aankomstcel met AA32 LSC2A Arc Killer lastscheidingsschakelaar uitgerust 16kA 1s met een Arc Killer.
Pagina 22
1.2.8.4 Tabel van de combinaties categorieën cellen met types van lokalen. specifiek voor de Belgische markt. (Situatie op 12/2007) BB00 BB10 BB20/BB30 BB50 AA10 X DR-6 AA20 X DF-2 AA3x AA31 DF-2 DF-2 AA32 X DF-2 +SV-25 DF-2 AA10 - AA20...
TECHNISCHE SPECIFICATIES De vermelde technische specificaties gelden uitsluitend voor de cellen in de standaard uitvoering. Elektrisch systeem • Zie onderstaande tabel. nominale spanning 17,5 bliksemstoot houdspanning 1,2 / 50 µsec naar aarde en tussen fasen over de isolatie-afstand industriële frequentie houdspanning 1 min. naar aarde tussen fasen over de isolatieafstand nominale frequentie...
2.2.7 DF-AAD cel 2.2.8 DF-LK cel • • Zie fig. 2.07. Zie fig. 2.08. 2.2.9 DF-K cel • Zie fig. 2.09. vermelde gewicht geldt voor een cel zonder uitrusting. DW602110...
2.2.10 DF-T cel • Zie fig. 2.10. De afmetingen van de DF-T cel kunnen variëren afhankelijk van factoren als: transformatorvermogen type transformator (oliegevuld of giethars) kabelinvoer en –uitvoer laagspanningsuitrusting Onderstaande tabel toont de standaard afmetingen van de DF-T cel. celafmetingen (in mm) transformator- oliegevulde transformator gietharstransformator...
TRANSPORT EN OPSLAG Veiligheidsvoorschriften – transport Transport van (de cellen van) het middenspanningsbord is strikt voorbehouden aan daartoe opgeleide en bevoegde operators met inachtneming van de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften en – richtlijnen. De cellen mogen uitsluitend intern worden getransporteerd. • Zie ook "Algemene veiligheidsvoorschriften en –instructies".
4.1.2.1 Vloeroppervlakte De ondergrond waarop het middenspanningsbord moet worden geplaatst, moet voldoende stevig en geheel vlak zijn. Het maximaal toelaatbare niveauverschil bedraagt 2 mm/m. 4.1.2.2 Omgevingscondities De DF-2 cellen zijn ontworpen voor binnenopstelling onder de volgende omgevingscondities: omschrijving waarde omgevingstemperatuur min.
In de praktijk betekent dit: • Vermijd opstelling in stoffige ruimten. • Vermijd opstelling in ruimten met een hoge relatieve luchtvochtigheid. • Vermijd opstelling in omgevingen met mogelijke blikseminslag. • Vermijd opstelling in omgevingen waarin de cellen met agressieve gassen of vloeistoffen in contact kunnen komen.
4.1.2.5 Afmetingen van de toegangsdeuren van de opstellingsruimte De gegeven hoogte- en breedtematen gelden voor alle deuren die toegang bieden tot de opstellingsruimte. Deze minimum deurmaten gelden dus ook indien de opstellingsruimte niet rechtstreeks van buitenaf toegankelijk is. omschrijving waarde hoogte van de toegangsdeur min.
In middenspanningsborden geplaatst conform bovenstaande plaatsingsvoorschriften blijft de boogvlam altijd beperkt tot het compartiment waarin deze is ontstaan. Vrije ruimte Vrije ruimte Zijplaten Zijplaten Minimale vrije ruimte Minimale vrije ruimte Vrije hoogte van het lokaal = 2200 mm minimum Vrije hoogte van het lokaal = 2200 mm minimum 4.1.2.8 Schematische afbeelding Versies AA31 en AA32 Versies AA31 en AA32...
AA32 – Omsloten materieel met uitlaatkleppen met voorziening van detectie en onderdrukking van de boog (DF-2 – Arc Killer) AA35 – Materieel gelijkgesteld aan AA10 – AA20 (DF-2+) Lokalen Lokaal BB00 – Lokaal voorzien voor materieel zonder externe verschijnselen in geval van interne fout.
Uitpakken De DF-2 cellen worden standaard verpakt in beschermfolie en bevestigd op een euro-pallet. De meest geschikte plaats voor het uitpakken van de cellen is vanzelfsprekend de definitieve opstellingsruimte. • Knip of snijd de spanbanden door waarmee de cel op de pallet is bevestigd.
Opstelling Raadpleeg de opstellingstekening(en), het elektrische schema en de grondplannen (fig. 4.01) vóórdat u met de feitelijke opstelling van het middenspanningsbord begint. DW602110...
Pagina 37
• Zet de eerste cel op de definitieve plaats in de opstellingsruimte. Laat tussen de achterzijde van de cel en de wand van de opstellingsruimte 150 mm vrij. Zodoende kan bij een eventuele boogvlam het overdruksysteem van de rugplaten functioneren. Een transformatorcel mag wèl met de achterzijde tegen de wand worden geplaatst.
Samenbouw van cellen Bij het samenbouwen van de cellen gelden de volgende belangrijke stappen: koppeling van de cellen montage van de aardingskoper-verbindingsstukken montage van de barenstellen montage van de eindpanelen 4.4.1 Koppeling van de cellen Voor het onderling koppelen van cellen is, per cel, een speciale kit beschikbaar. 4.4.1.1 Kit bestel-nr.
4.4.1.3 Montagevoorschrift • Verbind de cellen ter hoogte van de dakpanelen met behulp van vier zeskant tapbouten M8x20 (fig. 4.05 A), vier getande waaierveerringen Ø M8 (fig. 4.05 D) en vier zeskant moeren M8 (fig. 4.05 E). • Draai het geheel handvast. •...
4.4.2 Montage van de aardingskoper-verbindingsstukken Voor het verbinden van de aardingslatten (fig. 4.07 D) aan de onderzijde van cellen is, per cel, een speciale kit beschikbaar. 4.4.2.1 Kit bestelnr. omschrijving aantal pos. nr. CU317843 Aardingskoper fig. 4.06 A verbindingsstuk, DF 17,5/24 kV Het aardingskoper-verbindingsstuk maakt deel uit van de kit waarin ook de barenstellen (en hun bevestigings-...
4.4.3 Montage van de barenstellen Indien aan de zijkanten van de cellen voldoende ruimte beschikbaar is, kunnen de barenstellen via de opening in de zijwanden worden gemonteerd. Indien dit niet het geval is (bijv. wanneer tegen de eindcel een trans- formatorcel is geplaatst), moet veelal het dakpaneel (fig.
4.4.3.1.2 Kit DS178001 kitsamenstelling bestelnr. omschrijving aantal pos.nr CU317807 Barenstel, DF-A/P fig. 4.09 A L=550 17,5 kV CU317843 Aardingskoper fig. 4.09 B verbindingsstuk, DF 17,5/24 kV GR017800 set bevestigings- fig. 4.09 C materiaal Voor de montage van het aardingskoper-verbindingsstuk zie "Montage van de aardingskoper-verbindingsstukken".
4.4.3.1.4 Kit DS178002 kitsamenstelling bestelnr. omschrijving aantal pos.nr CU317807 Barenstel, DF-A/P fig. 4.10 A L=550 17,5 kV CU317843 Aardingskoper fig. 4.10 B verbindingsstuk, DF 17,5/24 kV GR017800 set bevestigings- fig. 4.10 C materiaal CU317808 Sluitstuk barenstel, fig. 4.10 D DF- A/P/D/EDN 17,5 kV Voor de montage van het aardingskoper-verbindingsstuk zie "Montage van de aardingskoper-verbindingsstukken".
4.4.3.1.6 Kit DS178005 kitsamenstelling bestelnr. omschrijving aantal pos.nr CU317811 Barenstel, DF-D fig. 4.09 A L=800 17,5 kV CU317843 Aardingskoper fig. 4.09 B verbindingsstuk, DF 17,5/24 kV GR017800 set bevestigings- fig. 4.09 C materiaal Voor de montage van het aardingskoper-verbindingsstuk zie "Montage van de aardingskoper-verbindingsstukken".
4.4.3.2 Middenspanningsborden van 1.250 A - beschikbare kits voor barenstellen De inhoud van de montage-kits voor barenstellen kan variëren, afhankelijk van het aantal middels de barenstellen te verbinden cellen. Elke montage-kit wordt geleverd in een degelijke, losse verpakking. 4.4.3.2.1 Kit DS178012 kitsamenstelling bestelnr.
4.4.3.2.3 Kit DS178013 kitsamenstelling bestelnr. omschrijving aantal pos.nr Barenstel, DF-A/P CU317807 fig. 4.12 A L=550 17,5 kV Aardingskoper CU317843 verbindingsstuk, fig. 4.12 B DF 17,5/24 kV Set bevestigings- GR017810 fig. 4.12 C materiaal 1250A Voor de montage van het aardingskoper-verbindingsstuk zie "Montage van de aardingskoper-verbindingsstukken".
4.4.3.2.5 Kit DS178017 kitsamenstelling bestelnr. omschrijving aantal pos.nr Barenstel, DF-A/P CU317811 fig. 4.13 A L=800 17,5 kV Aardingskoper CU317843 verbindingsstuk, fig. 4.13 B DF 17,5/24 kV Set bevestigings- GR017810 fig. 4.13 C materiaal 1250A Sluitstuk barenstel, CU317808 fig. 4.13 D DF A/P/D/EDN 17,5 kV Voor de montage van het aardingskoper-verbindingsstuk zie "Montage van de aardingskoper-verbindingsstukken".
4.4.3.3 Middenspanningsborden (800 A) van 2 cellen Middenspanningsborden van twee cellen worden met één barenstel verbonden. 4.4.3.3.1 Voorbereidingen Zorg ervoor dat het gehele middenspanningsbord spanningsloos is. 4.4.3.3.2 Montagevoorschrift Voor de inhoud van de kit, zie de tabel. • Plaats de baren (fig. 4.11 A) op de Cu-contacten (fig. 4.11 E) van de lastscheidingsschakelaars.
4.4.3.4 Middenspanningsborden (800 A) van 3 (of een ander oneven aantal) cellen Bij middenspanningsborden waarin drie (of een ander oneven aantal) cellen middels de barenstellen moeten worden verbonden, wordt het tweede barenstel op het eerste barenstel gemonteerd, het vierde barenstel op het derde barenstel, etc. In de laatste cel (eindcel) moet onder elke baar een sluitstuk worden gemonteerd.
• Bevestig de baren en de sluitstukken met behulp van het meegeleverde bevestigingsmateriaal (fig. 4.12 C): zeskant tapbouten M12x35 (fig. 4.12 H) getande waaierveerringen Ø M12 (fig. 4.12 G) vlakke sluitringen Ø M12 (fig. 4.12 F). • Zet de zeskant tapbouten vast met een aanhaalmoment van 35 Nm. 4.4.3.5 Middenspanningsborden (800 A) met 4 (of een ander even aantal) cellen Bij middenspanningsborden waarin vier (of een ander even aantal) cellen middels de...
4.4.3.5.1 Voorbereidingen Zorg ervoor dat het gehele middenspanningsbord spanningsloos is. 4.4.3.5.2 Montagevoorschrift Voor de inhoud van de kit, zie de tabel. • Plaats de baren (fig. 4.13 A) afwisselend op de Cu-contacten (fig. 4.13 E) van de lastscheidingsschakelaars of op de voorgaande en volgende baar. •...
4.4.3.6 Middenspanningsborden (1.250 A) van 2 cellen Middenspanningsborden type 1250A bestaande uit twee cellen worden met één dubbel barenstel verbonden. 4.4.3.6.1 Voorbereidingen Zorg ervoor dat het gehele middenspanningsbord spanningsloos is. 4.4.3.6.2 Montagevoorschrift Voor de inhoud van de kit, zie de tabel. •...
4.4.3.7 Middenspanningsborden (1.250 A) van 3 (of een ander oneven aantal) cellen Bij middenspanningsborden waarin drie (of een ander oneven aantal) cellen middels de dubbele barenstellen moeten worden verbonden, wordt het tweede dubbele barenstel trapsgewijs op het eerste dubbele barenstel gemonteerd, het vierde dubbele barenstel trapsgewijs op het derde dubbele barenstel, etc.
4.4.3.8 Middenspanningsborden (1.250 A) met 4 (of een ander even aantal) cellen Bij middenspanningsborden waarin vier (of een ander even aantal) cellen middels de dubbele barenstellen moeten worden verbonden, wordt het tweede dubbele barenstel trapsgewijs op het eerste en het derde dubbele barenstel gemonteerd, het vierde dubbele barenstel op het derde en het vijfde dubbele barenstel, etc.
DF045600 bedieningshandgreep AG400001 pancarte DF-2 / vitale 5 – Rev.1 TO400001 DW602110 gebruikershandleiding DF-2 middenspanningsbord Hang de pancarte op een duidelijke zichtbare plaats in de opstellingsruimte 4.4.4.2 Voorbereidingen Zorg ervoor dat de cel zelf en de direct volgende of voorafgaande cel spanningsloos zijn.
4.4.4.3 Montagevoorschrift • Plaats het eindpaneel (fig. 4.15 G) tegen de zijwand van de cel, zodanig dat de gatenpatronen van het eindpaneel en de zijwand overeenkomen. • Bevestig het eindpaneel met behulp van het meegeleverde bevestigingsmateriaal: de zeskant tapbout M8 (fig. 4.15 C), een getande waaierveerring Ø M8 (fig. 4.15 H) en een moer M8 (fig.
Invetten van de aardingsschakelaar, de aardmeslepels en de aardingsblokjes Bij DF-2 cellen met een aardingsschakelaar moeten de volgende onderdelen worden voorzien van een dun, gelijkmatig aangebracht laagje van het meegeleverde SwitchGear Company nv -vet (bestelnr.: GR002002): aardingsschakelaar aardmeslepels (fig. 4.16 B) en aardingsblokjes (fig.
Aansluiting van de kabels mag uitsluitend worden uitgevoerd door daartoe opgeleid en geautoriseerd personeel in dienst van de stroomleverende maatschappij, met gebruikmaking van het door SGC nv - SwitchGear Company verstrekte bevestigingsmateriaal en mits in acht name van de voorgeschreven instructies.
4.7.1.2 DF-A / DF-P • Bevestig de achterste bodemplaat (Figuur 4.7.1 A) aan weerszijden aan het frame met behulp van de flensbout (Figuur 4.7.1 B), de getande waaierveerring (Figuur 4.7.1 C) en de moer (Figuur 4.7.1 D). • Demonteer de kabelbeugel (Figuur 4.7.2 B). •...
• De kabelbeugels fixeren met aanhaalmoment 25 Nm. • Ga voorts te werk zoals hierboven beschreven. Werk zo stelselmatig naar de deuropening toe. Figuur 4.7.6 Figuur 4.7.5 Gezien het monteren van de kabels en bodemplaten analoog verloopt bij een DF-P cel wordt deze niet uitvoerig toegelicht.
Pagina 61
• Plaats de tweede bodemplaat (Figuur 4.7.10 A) in de cel, zodanig dat het doorvoerrubber door de twee bodemplaten wordt gefixeerd. • Bevestig de bodemplaat aan weerszijden aan het frame met behulp van de flensbout (Figuur 4.7.10 B), de getande waaierveerring (Figuur 4.7.10 C) en de moer (Figuur 4.7.10 D).
4.7.2 Montage instructie bij aansluiting van parallelle kabels Gezien het feit dat, bij installatie van de cellen, de montage van de bodemplaten en aansluiten kabels vrijwel gelijktijdig geschiedt, worden deze werkzaamheden gecombineerd beschreven. Deze montage instructie laat de montage van 2 parallelle kabels toe met een sectie van 400mm²...
4.7.2.2 DF-A type 800A/1250A • Bevestig de achterste bodemplaat (Figuur 4.7.12 A) zoals beschreven bij “DF-A / DF-P” • Demonteer de kabelbeugel (Figuur 4.7.12 B). • Maak met behulp van een scherp mes enkele sneden in het doorvoerrubber (Figuur 4.7.13 A). •...
Pagina 64
• Beide kabels vakkundige wijze aanspannen met een koppel van 60 Nm. Let in het bijzonder op: o Aansluiting tussen kabelschoen aansluitcontact o Ontlasting van de steunisolatoren o Accurate klemming d.m.v. kabelbeugels • De kabelsteunen fixeren, aanhaalmoment 25 Nm. Figuur 4.7.16 Ga voorts te werk zoals hierboven beschreven.
4.7.2.3 DF-D en DF-D/EDN type 800A/1250A Om een eenvoudige en comfortabele montage van de kabels toe te laten bestaat de mogelijkheid om de vermogenschakelaar uit de cel te rijden. • Demonteer de eerste drie bodemplaten zodat enkel de achterste bodemplaat gemonteerd blijft (Figuur 4.7.17 A).
• Monteer de kabelsteun (Figuur 4.7.21 A) op de bodemplaat en fixeer met behulp van de zeskant tapbouten (Figuur 4.7.21 B), de waaierveerringen (Figuur 4.7.21 C) en de moeren (Figuur 4.7.21 D). • Beide kabels vakkundige wijze aanspannen met een koppel van 60 Nm. Let in het bijzonder op: o Aansluiting tussen kabelschoen en aansluit- contact...
Meten van de fasevolgorde De fasevolgorde wordt veelal tussen DF-A cellen gemeten. Via de spanningsindicatoren (fig. 4.24 A) op het frontpaneel kan de fasevolgorde eenvoudig worden gemeten. • Meet met behulp van een spanningsmeter (fig. 4.24 B) tussen de corresponderende fasen die zich links van de cel bevinden.
GEBRUIK Veiligheidsvoorschriften – gebruik • Zie ook "Algemene veiligheidsvoorschriften en –instructies". • Gebruik van het middenspanningsbord is uitsluitend toegestaan aan daartoe bevoegde en opgeleide operators met inachtneming van de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften en –richtlijnen. • Zorg ervoor dat tijdens het gebruik van het middenspanningsbord de deur altijd correct is gesloten en met een degelijk hangslot is vergrendeld.
celtypen zonder schakelfunctie combinatie lastscheidingsschakelaar – aardingsschakelaar capacitieve spanningsindicatoren - X X dubbele lastscheidingsschakelaar combinatie lastscheidingsschakelaar – smeltveiligheid vermogenschakelaar laagspanningsschakelaar 5.2.1 Bediening van de combinatie lastscheidingsschakelaar - aardingsschakelaar Tijdens normaal bedrijf is de stand als volgt: lastscheidingsschakelaar GESLOTEN (de indicator [fig. 5.01 A] op het synoptisch schema staat verticaal) aardingsschakelaar OPEN (de indicator [fig.
5.2.1.2 Openen van de aardingsschakelaar en sluiten van de lastscheidingsschakelaar • Zorg ervoor dat de deur van het kabelcompartiment is gesloten. Zie "Terugplaatsen van de deur". • Plaats de bedieningshandgreep (fig. 5.04 C) op de bedieningsas van de aardingsschakelaar. • Draai de bedieningsas linksom tot de aardingsschakelaar hoorbaar opent (1).
• Plaats de bedieningshandgreep (fig. 5.09 C) op de bedieningsas van de tweede lastscheidingsschakelaar. • Draai de bedieningsas linksom tot de tweede lastscheidingsschakelaar hoorbaar opent (1). De indicator (fig. 5.09 B) op het synoptisch schema komt in horizontale positie (2). Indien noodzakelijk, kan de deur nu worden geopend.
5.2.4.1 Openen van de lastscheidingsschakelaar en sluiten van de aardingsschakelaar • Draai de rode knop (fig. 5.13 D) linksom tot de lastscheidingsschakelaar hoorbaar opent (1). De indicator (fig. 5.13 A) op het synoptisch schema komt in horizontale positie (2) en de aardingsschakelaar wordt automatisch ontgrendeld.
5.2.5 Bediening van de vermogenschakelaar en het beveiligingsrelais Zie de meegeleverde OEM-documentatie. 5.2.6 Bediening van de laagspanningsschakelaar Tijdens normaal bedrijf is de laagspanningsschakelaar GESLOTEN. • Trek de laagspanningsschakelaar met beide handen tegelijk naar voren om de laagspanningsschakelaar te openen. • Duw de laagspanningsschakelaar met beide handen tegelijk naar achteren om de laagspanningsschakelaar hoorbaar te sluiten.
Onderhoud – algemeen De DF-2 cellen zijn ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Om dit te garanderen zijn enkele eenvoudige onderhouds- en reinigingswerkzaamheden noodzakelijk. Indien u met de nodige voorzichtigheid te werk gaat en de beschreven werkzaamheden nauwkeurig uitvoert, zullen eventuele problemen veelal ontdekt en gecorrigeerd kunnen worden voordat ze tot stilstand leiden.
Company nv optioneel verwarmingsweerstanden (30 W) in elke cel worden voorzien. 6.2.2.2 Reinigen van de binnenzijde De gehele binnenzijde van de DF-2 cellen moet worden vrijgehouden van stof, aanslag en andere verontreinigingen. Dit geldt met name voor isolatoren, barenstel-, apparatuur- en kabelcompartimenten.
Pagina 77
Monteer het frontpaneel. • Plaats de deur terug. Om de binnenzijde van DF-2 cellen met een vermogenschakelaar adequaat te kunnen reinigen, moet de vermogenschakelaar tijdelijk uit de cel worden verwijderd. De wijze van demontage varieert afhankelijk van het type vermogenschakelaar. Zie: "Uit- en inrijden van de vaste vermogenschakelaar (DF-D)"...
6.2.2.2.1 Uit- en inrijden van de vaste vermogenschakelaar (DF-D) • Maak de betreffende cel spanningsloos. Zie "Veiligheidsvoorschriften – onderhoud". • Verwijder de deur. Zie "Uitpakken". • Maak de bovenste aansluitingen van de vermogenschakelaar los: • Draai de moer (fig. 6.01 D) los. •...
Nu de vermogenschakelaar uit de cel is verwijderd, kan op eenvoudige wijze het relais van de vermogenschakelaar worden getest. Voor het inrijden van de vaste vermogenschakelaar geldt: • Plaats de vermogenschakelaar met de achterste wielen in de transportrails (fig. 6.01 G). •...
• Verwijder de deur. Zie "Uitpakken". • Koppel de eventueel aanwezige laagspanningsconnector (fig. 6.02 H) los. • Trek de vermogenschakelaar voorzichtig naar voren zodat de aansluitingen (fig. 6.02 B) vrijkomen van de inrijdcontacten (fig. 6.02 A). • Rijd de vermogenschakelaar uit het kabelcompartiment. Voorkom beschadiging van het aardingscontact (fig.
Stel het middenspanningsbord weer in bedrijf. 6.2.4 Schakelen van de schakelaars (DF-2 cellen met een schakelfunctie) Schakelaars die zelden of nooit worden gebruikt, moeten minstens elke twee jaar worden geschakeld om de werking van de mechanische componenten te controleren. Zie "Bediening".
De volgende procedure beschrijft de methode en de te treffen maatregelen om in alle zekerheid aan het railstelsel te geraken in het onwaarschijnlijke geval van het ontstaan van een interne fout in het railstelsel in een cel van het type DF-2. Procédure 1) De hele cabine spanningsloos zetten, volgens de procedure “veiligheidsvoorschriften –...
Uitpakken De DF-D cellen worden standaard verpakt in beschermfolie en bevestigd op een europallet. De meest geschikte plaats voor het uitpakken van de cellen is vanzelfsprekend de definitieve opstellingsruimte. • Knip of snijd de spanbanden door waarmee de cel op de pallet is bevestigd. •...
Aansluiten van de VA-2 vaste vermogenschakelaar De cel staat opgesteld en zowel de cel als de vermogenschakelaar is spanningsloos. De soepele stressen moeten op de vermogenschakelaar blijven zitten. • Koppel de eventuele laagspanningsconnector los. • Rijd de vermogenschakelaar uit het kabelcompartiment. Voorkom beschadiging van het aardingscontact op de slede van de vermogenschakelaar.
Pagina 85
• Maak de bovenste soepele stressen van de vermogenschakelaar vast aan het aansluitkoper dat op de lastscheidingsschakelaar staat. - Plaats het verbindingsvlak van de stresse op het aansluitkoper. De stresse wordt in de vorm gebogen. (fig. 6.06 en fig. 6.07) - Zet het geheel vast met de laagbolkopschroef, de contactborgringen en de moer.
(gescheiden) aan. Recuperatie van het SF De recuperatie van SF6 gas in de cellen van het gamma DF-2, betreft enkel de lastscheidingsschakelaar van het type RV44. De behuizing van de giethars schakelaar bevat een gas volume van 0,0175 m³ met een druk van 1,5 bar absoluut bij 20°C...
MONTAGE VAN OPTIES Voor DF-2 cellen met een schakelfunctie zijn verschillende aandrijfmechanismen mogelijk. Voor een compleet overzicht van de mogelijke aandrijfmechanismen per celtype, alsmede de werking van de verschillende aandrijfmechanismen, zie de Technische Brochure (bestelnr.: AG601101). Afhankelijk van het aanwezige aandrijfmechanisme kunnen bovendien één of meerdere...
Hulpcontacten Hulpcontacten kunnen op verschillende plaatsen op het aandrijfmechanisme worden bevestigd en hebben altijd een signalerende functie: hulpcontacten op de as van de lastscheidingsschakelaar signaleren de stand van de lastscheidingsschakelaar hulpcontacten op de as van de aardingsschakelaar signaleren de stand van de aardingsschakelaar hulpcontacten ten behoeve van sleutelvergrendelingen signaleren de stand van de sleutelvergrendeling...
De tabel met bijbehorende figuur toont de samenstelling van een standaard enkelvoudig hulpcontact. Deze samenstelling is altijd van toepassing, onafhankelijk van de functie van het hulpcontact en het type aandrijfmechanisme. Voor nadere informatie en gedetailleerde montagevoorschriften per specifieke montage-kit, zie "Montage van hulpcontacten - specifiek (per aandrijfmechanisme)"...
• Monteer de draagplaat met de hulpcontacten (fig. 10.16 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.16 C) en de getande waaierveerringen (fig. 10.16 B) op de steunplaat (fig. 10.16 D) voor de uitschakelspoel. De steunplaat is hiertoe voorzien van gaten. Voorkom beschadiging van het hulpcontact door de indicator (fig.
• Monteer de draagplaat met de hulpcontacten (fig. 10.12 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.12 C) en de getande waaierveerringen (fig. 10.12 B) op de voorplaat (fig. 10.12 D). De voorplaat is hiertoe voorzien van gaten. 9.1.4.3 DA-K-M – Hulpcontact(en) op de lastscheidingsschakelaar Voor de montage van hulpcontacten op de lastscheidingsschakelaar van het DA-K-M- aandrijfmechanisme zijn meerdere montage-kits beschikbaar.
• Monteer de draagplaat met de hulpcontacten (fig. 10.10 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.10 C) en de getande waaierveerringen (fig. 10.10 B) op de voorplaat (fig. 10.10 D). De voorplaat is hiertoe voorzien van gaten. 9.1.4.4 DA-EDN-D – Hulpcontact(en) op de lastscheidingsschakelaar Voor de montage van hulpcontacten op de lastscheidingsschakelaar van het DA-EDN-D- aandrijfmechanisme zijn meerdere montage-kits beschikbaar.
• Monteer de draagplaat met de hulpcontacten (fig. 10.14 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.14 C) en de getande waaierveerringen (fig. 10.14 B) op de achterplaat (fig. 10.14 D). De achterplaat is hiertoe voorzien van gaten. 9.1.4.5 DA-M – Hulpcontacten t.b.v. sleutelvergrendelingen op de lastscheidingsschakelaar/aardingsschakelaar Voor de montage van hulpcontacten ten behoeve van sleutelvergrendelingen op de lastscheidingsschakelaar en/of aardingsschakelaar van het DA-M- aandrijfmechanisme...
Onderstaand voorbeeld behandelt de montage van hulpcontacten bij de sleutelvergren- delingen van de lastscheidingsschakelaar. De wijze van montage is identiek aan die van de aardingsschakelaar. 9.1.4.5.1 Beschikbare hulpcontacten bestelnr. omschrijving OP401001 1x hulpcontact - wiel, linkse uitvoering, op draagplaat voor 1 hulpcontact OP401011 1x hulpcontact - wiel, linkse uitvoering, op draagplaat voor 2...
• Monteer de draagplaat met de hulpcontacten (fig. 10.08 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.08 B) en de getande waaierveerringen (fig. 10.08 C) op de voorplaat (fig. 10.08 D). De voorplaat is hiertoe voorzien van gaten. Bij sleutelvergrendelingen (fig. 10.08 E) op de lastscheidingsschakelaar moet te allen tijde een hulpcontact worden gemonteerd.
Pagina 110
9.1.4.6.1 Beschikbare hulpcontacten bestelnr. omschrijving OP401001 1x hulpcontact - wiel, linkse uitvoering, op draagplaat voor 1 hulpcontact OP401011 1x hulpcontact - wiel, linkse uitvoering, op draagplaat voor 2 hulpcontacten OP401100 1x hulpcontact - stang, rechtse uitvoering, op draagplaat voor 1 hulpcontact OP401101 1x hulpcontact - stang, linkse uitvoering, op draagplaat voor 1...
Pagina 111
9.1.4.6.2 Montagevoorschriften Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. “Voorbereidingen ten behoeve van de montage” en “Eindcontrole en inbedrijfstelling”. • Plaats de zeskant tapbouten (fig. 10.04 E) met de getande waaierveerringen (fig. 10.04 D) in de gaten van de voorplaat (fig. 10.04 F). •...
9.1.4.7 DA-M – Hulpcontacten op de aardingsschakelaar Voor de montage van hulpcontacten op de aardingsschakelaar van het DA-M- aandrijfmechanisme zijn meerdere montage-kits beschikbaar. De samenstelling van deze montage-kits varieert, afhankelijk van factoren als: aantal bestelde hulpcontacten uitvoering (links of rechts) van de hulpcontacten type hulpcontact (stang of wiel) In alle gevallen geldt dat de hulpcontacten reeds zijn voorgemonteerd op de draagplaat.
9.1.4.7.2 Montagevoorschriften Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. “Voorbereidingen ten behoeve van de montage” en “Eindcontrole en inbedrijfstelling”. • Demonteer het bestaande hulpcontact: • Verbreek de stekkerverbindingen. • Draai de cilindrische schroeven (fig. 10.06 B) los. • Verwijder getande waaierveerringen (fig. 10.06 C). •...
• Zie onderstaande tabel. bestelnr. omschrijving aantal pos. nr. OP501111 1x hulpcontact, fig. 10.17 A aangepast voor signalering status smeltveiligheden GR041604 DIN 6798A Ø M4 fig. 10.17 B getande waaierveerring GR040909 DIN 912 M4x6 fig. 10.17 C cilindrische schroef GR040738 DIN84 M5x 40 fig.
Pagina 115
• Plaats de cilindrische schroef (fig. 10.18 D) in de aanduider (fig. 10.18 H). • Schroef de borgmoer (fig. 10.18 F) op de schroef. Draai de borgmoer zover mogelijk aan totdat de aanduider nog vrij kan ronddraaien op de schroef. •...
De stang (fig. 10.18 J) van het hulpcontact moet naar beneden wijzen en moet op de nylon lagerbus rusten. De uitsparing in de aanduider moet komen tussen de moer en de kop van de schroef (fig. 10.18 G). Stel, indien nodig, de schroef af: •...
9.1.4.9.1 Montagevoorschriften Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. “Voorbereidingen ten behoeve van de montage” en “Eindcontrole en inbedrijfstelling”. • Plaats de cilindrische schroef (fig. 10.18 D) in de aanduider (fig. 10.18 H). • Schroef de borgmoer (fig. 10.18 F) op de schroef. Draai de borgmoer zover mogelijk aan totdat de aanduider nog vrij kan ronddraaien op de schroef.
• Monteer de draagplaat met het hulpcontact en de aanduider met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.18 C) en de getande waaierveerringen (fig. 10.18 B) op de steunplaat (fig. 10.18 L) voor de uitschakelspoel. De steunplaat is hiertoe voorzien van gaten. De stang (fig.
• Demonteer het frontpaneel: • Draai de vier zeskant tapbouten (fig. 10.01 C) los. • Verwijder de vier veerringen (fig. 10.01 B). • Neem het frontpaneel (fig. 10.01 A) weg. 9.2.2 Montage van sleutelvergrendelingen - algemeen Voor montage van sleutelvergrendelingen zijn speciale montage-kits beschikbaar. De samenstelling van deze montage-kits en, dientengevolge, de methode en/of volgorde van montage varieert afhankelijk van factoren als: type aandrijfmechanisme...
9.2.3 Eindcontrole en inbedrijfstelling De volgende werkzaamheden moeten altijd worden uitgevoerd na montage van één of meerdere sleutelvergrendelingen: • Controleer of de bevestigingsmaterialen goed vast zitten. • Controleer de werking van de sleutelvergrendelingen. • Monteer, indien de sleutelvergrendelingen op de lastscheidingsschakelaar van motorbediende aandrijfmechanismen zijn geplaatst, te allen tijde de bijbehorende hulpcontacten.
Pagina 121
• Draai de vier zeskant bouten (fig. 10.55 E) van de voorplaat enkele slagen los. • Trek de voorplaat (fig. 10.55 F) naar voren totdat er voldoende ruimte tussen de voorplaat en de achterplaat ontstaat. • Monteer de sleutelvergrendelingen (fig. 10.55 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig.
9.2.4.2 DP – Sleutelvergrendeling op de lastscheidingsschakelaar Voor de montage van de sleutelvergrendeling op de lastscheidingsschakelaar van het DP- aandrijfmechanisme is een specifieke montage-kit beschikbaar. • Zie onderstaande tabel. bestelnr. omschrijving aantal pos. nr. OP100000 Ronis-slot, incl. sleutel fig. 10.56 A GR040922 DIN 912 M5x25 cilindrische schroef fig.
Pagina 123
• Draai de vier zeskant bouten (fig. 10.57 H) van de voorplaat enkele slagen los. • Trek de voorplaat (fig. 10.57 I) naar voren totdat er voldoende ruimte tussen de voorplaat en de achterplaat ontstaat. • Monteer de sleutelvergrendeling (fig. 10.57 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig.
9.2.4.3 DA-M – Sleutelvergrendelingen op de lastscheidingsschakelaar/aardingsschakelaar Voor de montage van de twee sleutelvergrendelingen op de lastscheidingsschakelaar en/of aardingsschakelaar van het DA-M- aandrijfmechanisme volstaat, per schakelaar, de standaard set. Onderstaand voorbeeld behandelt de montage van de sleutelvergrendelingen op de lastscheidingsschakelaar. De wijze van montage is identiek aan die van de sleutelvergrendelingen op de aardingsschakelaar.
• Monteer de sleutelvergrendelingen (fig. 10.51 A) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.51B) en de contactborgringen (fig. 10.51 C) op de voorplaat (fig. 10.51 D). De afgeronde zijde van de grendel (fig. 10.51 E) moet probleemloos in de uitsparing van de as van de schakelaar vallen. Uitschakelspoelen Op het aandrijfmechanisme van cellen met een smeltveiligheidscombinatie kunnen uitschakelspoelen worden gemonteerd.
• Demonteer het frontpaneel: • Draai de vier zeskant tapbouten (fig. 10.01 C) los. • Verwijder de vier veerringen (fig. 10.01 B). • Neem het frontpaneel (fig. 10.01 A) weg. 9.3.2 Montage van uitschakelspoelen - algemeen Voor de montage van de uitschakelspoelen zijn speciale montage-kits beschikbaar. De samenstelling van deze montage-kits en, dientengevolge, de methode en/of volgorde van montage varieert afhankelijk van het type uitschakelspoel.
• Zie onderstaande tabel. bestelnr. omschrijving aantal pos. nr. OP200110 uitschakelspoel 5%, 110 VDC fig. 10.70 A GR040909 DIN 912 M4x6 cilindrische schroef fig. 10.70 B GR041604 DIN 6798A Ø M4 getande waaierveerring fig. 10.70 C GR041101 DIN 985 borgmoer nylon ring M2,5 fig.
Pagina 128
• Demonteer de voorplaat (fig. 10.71 G): • Draai de vier zeskant tapbouten (fig. 10.71 H) los. • Neem de voorplaat af. • Monteer de compleet voorgemonteerde uitschakelspoel (fig. 10.71 A): • Bevestig de uitschakelspoel (bovenzijde) met behulp van de cilindrische schroeven (fig. 10.71 B) en de getande waaierveerringen (fig.
• Plaats het uiteinde van de stang van de uitschakelspoel over het draadeinde van de zeskant tapbout. De stang is hiertoe voorzien van een sleufgat. • Monteer de tweede zeskant moer (fig. 10.72 D), met een druppeltje Loctite 270, op het draadeinde van de zeskant tapbout en draai de zeskant moer zover totdat ca.
9.4.2 Montage van minima-spoelen - algemeen Voor de montage van de minima-spoelen zijn speciale montage-kits beschikbaar. Voor nadere informatie en gedetailleerde montagevoorschriften per specifieke montage- kit, zie "Montage van minima-spoelen - specifiek (per aandrijfmechanisme)". Montage van minima-spoelen zonder vertraging geschiedt op identieke wijze als de montage van minima-spoelen met vertraging met uitzondering van het instellen van de tijdsvertraging.
• Zie onderstaande tabel. bestelnr. omschrijving aantal pos. nr. OP301230 geassembleerde minima met minuterie, fig. 10.73 A 230 VAC/DP GR040972 zelfborgende cilindrische schroef, inbus, fig. 10.73 B M6x10, RIPP 9.4.4.1.2 Montagevoorschriften Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. “Voorbereidingen ten behoeve van de montage” en “Eindcontrole en inbedrijfstelling”. 9-35 DW602110...
Pagina 132
• Monteer de compleet voorgeassembleerde minima- spoel (fig. 10.74 A): • Houd de minima-spoel met de minuterie (fig. 10.74 D) naar de voorzijde. • Schuif de uittriplat door de uitsparing (fig. 10.74 E) in de steunplaat. Let erop dat de cilindrische schroef (fig. 10.74 F) precies op de elastische splitpen (fig.
Pagina 133
• Stel de vertraging van de minima-spoel in: • Verdraai de hendel (fig. 10.77 A) links- of rechtsom. Hendel volledig linksom: geen vertraging Hendel volledig rechtsom: vertraging van 3 à 4 seconden. • Controleer de werking van de minima-spoel. 9-37 DW602110...