9.1.4.9.1 Montagevoorschriften
Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. "Voorbereidingen
ten behoeve van de montage" en "Eindcontrole en inbedrijfstelling".
•
Plaats de cilindrische schroef (fig. 10.18 D) in de aanduider (fig. 10.18 H).
•
Schroef de borgmoer (fig. 10.18 F) op de schroef.
Draai de borgmoer zover mogelijk aan totdat de aanduider nog vrij kan ronddraaien op
de schroef.
•
Schroef de moer (fig. 10.18 E
•
Plaats de schroef met de aanduider in de draagplaat van het hulpcontact (fig. 10.18 A).
•
Fixeer de schroef op de draagplaat met behulp van de zeskant moer (fig. 10.18 E
•
Schroef de zeskant moer (fig. 10.18 E
Draai de moer aan tot ca. 3 mm van de kop van de schroef.
•
Plaats de nylon lagerbus (fig. 10.18 I) op de schroef.
•
Schroef de zeskant moer (fig. 10.18 E
Draai de moer geheel aan.
•
Schroef de zeskant moer (fig. 10.18 E
•
Draai de schroef (fig. 10.18 G) in de stang (fig. 10.18K) van het uittrip-mechanisme,
zodanig dat de zeskant moer tegen de stang komt te liggen.
•
Fixeer de schroef op de stang met behulp van de tweede zeskant moer (fig. 10.18 E
DW602110
1
) ca. 1 cm op de schroef.
3
) op de schroef (fig. 10.18 G).
4
) op de schroef.
5
) ca. 1 cm op de schroef.
2
).
6
).
9-21