9.1.4.6.2 Montagevoorschriften
Voor voorbereidende en afsluitende werkzaamheden, zie resp. "Voorbereidingen
ten behoeve van de montage" en "Eindcontrole en inbedrijfstelling".
•
Plaats de zeskant tapbouten (fig. 10.04 E) met de getande waaierveerringen (fig.
10.04 D) in de gaten van de voorplaat (fig. 10.04 F).
•
Schuif de vlakke sluitringen (fig. 10.04 C) over de draadeinden.
•
Monteer op elk draadeind een zeskant moer (fig. 10.04 B) en draai de zeskant
moeren goed aan.
•
Plaats de montageplaat (fig. 10.04 A) met de gemonteerde hulpcontacten over de
draadeinden.
•
Fixeer het geheel door op elk draadeind een tweede zeskant moer (fig. 10.04 B) te
draaien.
Dankzij de twee gaten (G) in de montageplaat kan op eenvoudige wijze een DIN-
rail worden gemonteerd waarop een klemmenstrook kan worden bevestigd.
DW602110
9-15