Aanvullende informatie
Wat u wel en niet moet doen
Hoe u de camcorder moet behandelen
Camcorder
Zorg ervoor dat u de volgende
voorzorgsmaatregelen neemt om een
optimaal resultaat te garanderen.
• Maak regelmatig een back-up van
de opnamen. Zorg ervoor dat u de
opnamen naar een extern apparaat
(bijvoorbeeld: een computer of een
digitale videorecorder) overzet
(
74)
en dat u regelmatig een back-
up maakt. Hierdoor beveiligt u
belangrijke opnamen in geval van
schade en zorgt u voor meer ruimte in
het geheugen. Canon kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
verlies van gegevens.
• Wanneer u de polsband of de
schouderriem gebruikt, zorg dan dat
de camcorder niet heen en weer kan
bewegen en een voorwerp kan raken.
• Houd de camcorder niet vast aan het
LCD-paneel. Wees voorzichtig
wanneer u het LCD-paneel sluit.
• Laat de camcorder niet achter op
plaatsen met hoge temperaturen
(zoals in een auto of onder direct
zonlicht) of hoge vochtigheid.
• Gebruik de camcorder niet in de
buurt van sterke elektrische of
magnetische velden zoals boven een
TV, in de buurt van plasma-TV's of
mobiele telefoons.
• Richt de lens niet op sterke
lichtbronnen. Laat de camcorder niet
gericht op een helder onderwerp.
• Gebruik en bewaar de camcorder niet
op stoffige of zanderige plaatsen. De
camcorder is niet waterdicht – vermijd
102
daarom ook water, modder of zout. De
camcorder en/of lens kan beschadigd
raken als dergelijke substanties de
camcorder binnendringen.
• Let op hitte die door
verlichtingsapparatuur wordt afgegeven.
• Demonteer de camcorder niet. Als de
camcorder niet naar behoren werkt,
neem dan contact op met een
deskundige reparateur.
• Ga voorzichtig met de camcorder om.
Stel de camcorder niet bloot aan
schokken of trillingen, omdat hierdoor
schade kan ontstaan.
• Als u de camcorder op een statief
bevestigt, zorg er dan voor dat de
bevestigingsschroef van het statief
korter is dan 5,5 mm. Gebruik van
andere statieven kan de camcorder
beschadigen.
• Probeer bij het opnemen van films
een kalm, stabiel beeld te krijgen.
Als u tijdens het opnemen de
camcorder te veel beweegt en vaak
snel zoomt en panoramisch filmt, kan
dit tot onrustige scènes leiden. In
extreme gevallen kan het afspelen
van dergelijke scènes tot gevolg
hebben dat door de visuele
waarneming bewegingsziekte wordt
veroorzaakt. Als een dergelijke reactie
optreedt, stop dan onmiddellijk met
afspelen en wacht een tijdje totdat u
verdergaat.
5,5 mm