Problemen oplossen
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte
Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center.
Kan geen gebruik maken van een apparaat
dat via een interfacekabel is aangesloten.
Als een Wi-Fi-verbinding actief is, kunt u de camera niet gebruiken
door deze te verbinden met Connect Station, een computer of
een ander apparaat met een interfacekabel. Verbreek de
Wi-Fi-verbinding voordat u een interfacekabel aansluit.
Kan [Inst. draadloze communicatie] niet selecteren.
Als de camera is aangesloten op Connect Station, een computer
of een ander apparaat met een interfacekabel, kunt u [51: Inst.
draadloze communicatie] niet selecteren. Ontkoppel de
interfacekabel voordat u de instellingen configureert.
Bewerkingen zoals opnamen maken en weergave
zijn niet mogelijk.
Met een actieve Wi-Fi-verbinding zijn handelingen zoals opnemen
en weergeven niet mogelijk.
Verbreek de Wi-Fi-verbinding en voer de bewerking vervolgens uit.
Kan niet opnieuw verbinding maken met een smartphone.
Als u de instellingen hebt gewijzigd of een andere instelling hebt
geselecteerd, is het niet mogelijk om opnieuw verbinding te
maken, zelfs wanneer u dezelfde camera en dezelfde smartphone
gebruikt en ook dezelfde SSID selecteert. Verwijder de
verbindingsinstellingen voor de camera uit de Wi-Fi-instellingen
op de smartphone en stel de verbinding opnieuw in.
Als Camera Connect nog actief is terwijl u de verbinding opnieuw
instelt, wordt er mogelijk geen verbinding tot stand gebracht. In dat
geval start u Camera Connect opnieuw.
151