Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen
Instellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunt u wijzigen en
verwijderen. Als u verbindingsinstellingen wilt wijzigen of verwijderen,
verbreekt u eerst de Wi-Fi-verbinding.
132
Selecteer [Wi-Fi-functie].
1
Selecteer [Wi-Fi-functie] op
het scherm [Inst. draadloze
communicatie] en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer een item.
2
Als het scherm links verschijnt,
druk dan op de toetsen <Y> <Z>
om van scherm te wisselen.
Selecteer op het scherm links het
onderdeel waarvoor de
verbindingsinstellingen veranderen
of verwijderd moeten worden en druk
op <0>.
Selecteer
3
[Apparaatgegevens bewerken].
Selecteer een apparaat.
4
Selecteer het apparaat waarvoor de
verbindingsinstellingen gewijzigd of
verwijderd moeten worden.