7. Transport en opslag
Transporteer aandrijvingen uitsluitend in
hun originele verpakking. Gebruik de
beschermende verpakking niet als trans-
portverpakking.
Voorzichtig
Stel aandrijvingen niet bloot aan zware tril-
lingen. De servomotor niet gooien of laten
vallen.
Wanneer een pomp wordt besteld in com-
binatie met een servomotor, dan wordt de
N.B.
servomotor op de doseerpomp gemon-
teerd zodat deze aansluitklaar is.
7.1 Uitpakken
•
Bewaar het verpakkingsmateriaal voor toekom-
stige opslag of retour zenden, of voer het verpak-
kingsmateriaal af in overeenstemming met de
lokale regelgeving.
•
Monteer de servomotor zo snel mogelijk na het
uitpakken.
7.2 Opslag/stilstandtijden
•
Sla de servomotor op in een goed geventileerde
droge ruimte op een pallet of rack (beschermd
tegen vocht). Bedek de servomotor met folie om
deze te beschermen tegen stof en vuil.
•
Voorkom condensatie (bijv. wanneer de tempera-
tuur fluctueert).
Wanneer de servomotor langer dan 4 maand opge-
slagen moet worden, houd dan tevens de volgende
punten aan:
•
Plaats een laag absorberend materiaal onder het
deksel van de aandrijving.
Sla de servomotor op in een droge, koele plek.
8. Installatie
8.1 Algemene opmerkingen
Waarschuwing
Het is een feit dat bepaalde delen een
gevaarlijke spanning voeren wanneer elek-
trische apparaten worden gebruikt. Uitslui-
tend elektriciens of getrainde personen die
zijn geïnstrueerd en onder toezicht staan
van een specialistische elektricien mogen
werkzaamheden aan de elektrische instal-
laties of apparatuur en de relevante elek-
trotechnische regels moeten worden aan-
gehouden.
Waarschuwing
Bij het uitvoeren van installatie-, inbedrijf-
stelling en testwerkzaamheden, moeten
alle van toepassing zijnde veiligheids- en
ongevallenpreventieregels moeten wor-
den aangehouden.
8
Waarschuwing
Zorg er voor dat u voorafgaande aan het
starten van eventuele (installatie)werk-
zaaamheden van welke aard dan ook aan
de aandrijving dat alle gerelateerde machi-
nes/installaties zijn uitgeschakeld.
Het is van essentieel belang dat u deze
instructiehandleiding leest voorafgaande
N.B.
aan het uitvoeren van installatie- en inbe-
drijfstelling.
Waarschuwing
De servomotor mag uitsluitend worden
gemonteerd door een gekwalificeerde spe-
cialist.
Wanneer een pomp wordt besteld in com-
binatie met een servomotor, dan wordt de
N.B.
servomotor op de doseerpomp gemon-
teerd zodat deze aansluitklaar is.
8.2 Het later voorzien van een doseerpomp
met een elektrische servomotor
Waarschuwing
Bij het naderhand monteren van een elek-
trische servomotor op een doseerpomp,
moet u de instructies en waarschuwingen
aanhouden zoals omschreven in paragraaf
9. Elektrische
aansluitingen, paragraaf
10. Inbedrijfstelling
11.
Bedrijf.
Leveringsomvang van de elektrische servomotor
Lantaarnstuk, frontplaat, schaalring met schroef,
koppeling (drie delen) met twee stifttappen.
Borgschroeven voor lantaarnstuk en servomotor.
Benodigd gereedschap
Inbussleutel 2 mm, 2,5 mm, 5 mm, schroevendraaier
Controleren van de 0 % positie
De servomotor is ingesteld op de 0 % positie vooraf-
gaande aan levering. Echter, vanwege veiligheidsre-
denen moet deze 0 % positie worden gecontroleerd
en indien nodig gecorrigeerd.
Neem de leveranciershandleiding "TBasic_BA" in
acht voor de Servomotor die wordt meegeleverd met
het product.
1. Sluit de pomp aan op de elektrische voeding.
2. Schakel de voedingsspanning in.
3. Draai de slaginstelknop van de pomp naar de
0 % stand.
4. Schakel de voedingsspanning uit.
Verwijderen de voorkant van de pomp
1. Verwijder de kap van de instelknop.
2. Voor DMX: Schroef de borgschroef los aan de zij-
kant van de instelknop.
3. Verwijder de borgschroef en trek de instelknop er
recht uit.
– Zorg er voor dat u de 0 % positie niet wijzigt.
4. Verwijder de voorkant.
en paragraaf