7.1 De inschakelniveaus instellen
Het optimale inschakelniveau houdt nauw verband
met de gekozen inlaathoogte en leidingconfiguratie.
Het inschakelniveau moet zo hoog mogelijk zijn om
het effectieve tankvolume te vergroten en het aantal
keren dat de pompen worden in-/uitgeschakeld te
verminderen. Een te hoog inschakelniveau kan ech-
ter leiden tot een grotere terugstroming in de inlaat-
leiding en zo het risico op afzettingen in de inlaatlei-
ding verhogen.
Inscha-
kelni-
veau
500
450
350
250
180
Inscha-
kelni-
veau
500
450
350
250
180
Afb. 25 Aanbevolen inschakelniveaus in relatie tot de inlaathoogte en leidingconfiguratie
De onderstaande cijfers laten de aanbevolen inscha-
kelniveaus in relatie tot de inlaathoogte en leiding-
configuratie zien.
Met de LC 221 kunt u alle waarden selecteren. Met
de LC 220 kunt u de laagste of hoogste waarde
selecteren.
nscha-
kelni-
veau
500
450
350
250
180
nscha-
kelni-
veau
500
450
350
250
180
19