5.4.7 Coupedikte instellen
Opmerking
De volgende beschrijvingen zijn geldig voor alle modellen. Zie functiebereik
1. Snijmodus activeren (
C
T
.
.
2. Coupedikte kiezen met de toets
3. Zodra een van deze toetsen wordt ingedrukt, geeft het scherm in bedieningspaneel 1 de
coupedikte weer (de dikte is nog niet gewijzigd).
4. Door te drukken op
Te kiezen waarde van de coupedikte:
0
-
2 µm
2
-
10 µm
10
-
20 µm
20
-
60 µm
60
-
100 µm
100
-
300 µm
5.5
Dagelijkse bediening van het apparaat
• De kamertemperatuur en, bij apparaten met objectkoeling, de objecttemperatuur selecteren
overeenkomstig het te snijden proefmateriaal; zie ook
temperatuurinstellingen (in °C onder
• Pas verdergaan met
snelvriesplank en stationair warmteafvoerblok)
(objecttemperatuur) overeenkomt met de ingestelde referentiewaarde. Dit kan meerdere uren duren
(bv. bij de eerste inbedrijfstelling of wanneer het apparaat was uitgeschakeld).
Waarschuwing
Voordat het apparaat wordt bediend, moeten de volgende veiligheidsinstructies nauwgezet worden
gelezen en nageleefd:
•
(→ Blz. 14 – 2.2 Ingebouwde veiligheidsinrichtingen)
•
(→ Blz. 19 – 2.3.4 Omgang met microtoommessen/lemmeten)
•
(→ Blz. 19 – 2.3.5 Vingerbeschermer/handwielvergrendeling)
•
(→ Blz. 19 – 2.3.6 Gemotoriseerd snijden)
•
(→ Blz. 19 – 2.3.7 Bevroren proefmateriaal ontdooien/hanteren)
•
(→ Blz. 20 – 2.3.8 Bevroren apparaatonderdelen en accessoires)
•
(→ Blz. 20 – 2.3.9 Infectueus/radioactief materiaal)
Leica CM3050 S
uit).
.
°
C
O
T
of
wordt de waarde van de coupedikte gewijzigd.
in
0,5 µm stappen
in
1 µm stappen
in
2 µm stappen
in
5 µm stappen
in
10 µm stappen
in
50 µm stappen
nul)).
(→ Blz. 56 – 5.5.1 Ontdooien van monsters op objectplaatjes met
.
.
.
.
°
C
µ
0
1
0
.
0
of
.
(→ Blz. 71 – 6.3 Referentiekaart voor
wanneer de actuele kamertemperatuur/
Bediening
(→ "Afb.
13-4").
5
55