5
Bediening
Een snijmodus activeren
» Op een van de drie hierboven beschreven toetsen drukken. Wanneer een snijmodus actief is,
gaat de
led
Gemotoriseerd snijden starten/stoppen
Snijmodus 1: Intermitterende slag:
1. Gelijktijdig drukken op de toetsen
en ingedrukt houden.
2. Voor het beëindigen van de snijslag de toetsen of de voetschakelaar loslaten: De objectkop
stopt onmiddellijk.
Snijmodus 2: Continuslag:
1. De toetsen
indrukken en loslaten.
2. Het snijproces beëindigen: Op RUN/STOP,
indrukken en loslaten: De objectkop stopt wanneer de onderste omkeerpositie is bereikt.
Snijmodus 3: Enkele slag:
1. De toetsen
indrukken en loslaten.
2. Het apparaat voert een volledige snijslag/retractieslag uit en de objectkop stopt wanneer de
laagste omkeerpositie is bereikt.
Opmerking
Terwijl het snijproces bezig is, brandt de RUN-led.
Wanneer de snijmotor gedeactiveerd is, brandt de STOP-led. Beide
functiebereik
(→ "Afb.
5.4.2 Het snijvenster instellen
Opmerking
De volgende beschrijvingen zijn alleen geldig voor de Functiebereiken
(→ "Afb.
13-5"): alleen bij apparaten met een snijmotor.
Onder het begrip SNIJVENSTER verstaat men een afzonderlijke (langzamere) snijsnelheid bij het
eigenlijke snijden van het monster, terwijl de rest van de snijslag (boven en onder het monster) en de
retractieslag (terugkeer) met een hogere snelheid worden uitgevoerd (tijdsbesparing).
Wordt er een snijvenster geactiveerd, dan snijdt het apparaat binnen het venster met de ingestelde
snelheid. Buiten het snijvenster beweegt de objectkop met een relatief hogere snelheid.
50
van de overeenkomstige toets branden.
RUN/STOP
RUN/STOP
en
RUN/ENABLE
en
RUN/STOP
RUN/ENABLE
13-5").
en
of de voetschakelaar indrukken
RUN/ENABLE
gelijktijdig indrukken en loslaten of de voetschakelaar
drukken of de voetschakelaar
RUN/ENABLE
gelijktijdig indrukken en loslaten of de voetschakelaar
leds
bevinden zich in
(→ "Afb. 13-3")
en
Versie 2.4, Revisie N