Als het oliepeil zich onder het maximum-merkteken bevindt, moet de olie worden bijgevuld:
1.
Open de olievulpijp.
2.
Vul de motorolie bij.
3.
Controleer het oliepeil.
4.
Vul de motorolie bij tot het oliepeil het maximum-merkteken heeft bereikt.
5.
Sluit de olievulpijp.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door hete motorolie.
MILIEU-INFORMATIE
Breng geen schade toe aan het milieu. Vang de afgewerkte motorolie op en voer deze af op een milieuvriendelijke
manier.
OPMERKING
Gebruik een lekbak die groot genoeg is om de afgewerkte olie in op te vangen en gebruik de juiste olie (zie: 10.6
"Specificaties en vulvolumes".)
1.
Breng de motor op bedrijfstemperatuur.
2.
Parkeer de wiellader op een horizontaal oppervlak en schakel de parkeerrem in.
3.
Laat het hefframe helemaal zakken.
4.
Schakel de motor uit.
5.
Plaats een lekbak die groot genoeg is onder de aftapplug.
6.
Draai de aftapplug los en draai de meegeleverde slang in het gat. De olie loopt nu uit de motor.
Als de motorolie is afgetapt
1.
Vervang het motoroliefilter (zie: "Motoroliefilter vervangen").
2.
Draai de slang los en schroef de aftapplug in het gat.
3.
Open de olievulpijp.
4.
Vul motorolie bij via de olievulpijp tot het oliepeil het maximum-merkteken bereikt.
5.
Start de motor en laat hem stationair draaien tot het motoroliedruklampje uitgaat.
6.
Controleer het oliepeil en vul zo nodig bij.
7.
Sluit de olievulpijp.
8.
Voer de afgewerkte motorolie op een milieuvriendelijke manier af.
Pagina 63/88
T13 | Bedieningshandleiding
Juni 2021