Inhoudsopgave
Advertenties
10.7.2 Onderhoud uitvoeren aan de motor
WAARSCHUWING
Risico op letsel door warme en bewegende onderdelen.
Kantel de bestuurdersstoel nooit terwijl de motor draait. Laat de motor afkoelen of gebruik beschermende
handschoenen.
LET OP
Voer onderhoud uit aan de motor volgens de in deze handleiding vermelde inspectie-intervallen en let in het
bijzonder op de handleiding van de motor.
Het oliepeil van de motor controleren
LET OP
Het oliepeil mag nooit lager komen dan het minimum-merkteken op de peilstok.
Bij het vullen met olie mag het maximum-merkteken op de peilstok nooit worden overschreden.
1.
Parkeer de wiellader op een horizontaal oppervlak en schakel de parkeerrem in.
2.
Laat het hefframe helemaal zakken.
3.
Schakel de motor uit.
4.
Wacht een minuut.
5.
Open de motorkap.
6.
Verwijder de peilstok (linkerkant motor).
7.
Veeg de peilstok af met een schone, pluisvrije doek.
8.
Steek de peilstok terug.
9.
Haal de peilstok er weer uit.
10. Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet zich tussen het minimum- en het maximum-merkteken bevinden.
11. Plaats de peilstok terug na het controleren van het oliepeil.
Motorolie bijvullen
Gebruik de juiste olie (zie: 10.6 "Specificaties en vulvolumes").
MILIEU-INFORMATIE
Breng geen schade toe aan het milieu. Vang de afgewerkte motorolie op en voer deze af op een milieuvriendelijke
manier.
Pagina 62/88
T13| Bedieningshandleiding
Juni 2021
Advertenties
Inhoudsopgave
