3.4.8
Maatregelen wanneer de wiellader kantelt
LET OP
Gevaar voor schade aan de motor.
Schakel de motor onmiddellijk uit als de wiellader extreem ver overhelt of kantelt door onjuiste of onzorgvuldige
bediening.
Start de motor pas weer als de wiellader weer rechtop staat. Neem contact op met een gespecialiseerde garage. De
motor moet worden gecontroleerd door opgeleid personeel en worden goedgekeurd om er weer mee te mogen
werken.
MILIEU-INFORMATIE
Gevaar voor schade aan het milieu.
Plaats de wiellader zo snel mogelijk weer rechtop om te voorkomen dat er olie of brandstof vrijkomt.
Lekkende olie of brandstof moet onmiddellijk worden geabsorbeerd met een bindmiddel en op milieuvriendelijke
wijze worden afgevoerd, apart van ander afval.
3.4.9
Voorzorgsmaatregelen voor verschillende weersomstandigheden
Voor hoge omgevingstemperaturen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij hoge temperaturen om schade aan de wiellader te voorkomen:
•
Controleer het koelsysteem regelmatig:
-
Zorg dat de water- en oliekoeler schoon blijven.
-
Zorg dat de koelvloeistof altijd het juiste peil heeft.
-
Gebruik het juiste koelvloeistofmengsel.
-
Controleer het koelsysteem regelmatig op lekkage.
-
Controleer de staat en spanning van de ventilatorriem regelmatig.
•
Gebruik motorsmeerolie van de juiste viscositeitscategorie
•
Controleer het luchtfilter van de motor regelmatig.
Voor lage omgevingstemperaturen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongelukken door veranderende bodemomstandigheden.
Sneeuw, modder en ijs kunnen ongelukken veroorzaken. Gevaar voor ongelukken door slecht zicht. Krab het ijs van
de cabineruiten voordat u begint te werken.
OPMERKING
Bij zeer lage temperaturen, d.w.z. –18 °C of lager, kan een extra starthulp nodig zijn. Voorbeelden zijn brandstof-,
olie- en koelvloeistofverwarmers en extra accu's. Win advies in bij de dealer.
Pagina 35/88
T13 | Bedieningshandleiding
Juni 2021