3.1.3
De bestuurdersstoel afstellen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongelukken door afleiding. Stel de bestuurdersstoel niet af tijdens het rijden. Doe dat alleen als de
wiellader stilstaat.
U kunt de bestuurdersstoel afstellen op basis van uw lengte en houding. Dit voorkomt spanning en vermoeidheid
tijdens het werk.
Stel de stoel zo af dat u gemakkelijk bij de hendel en pedalen kunt met uw rug tegen de rugleuning.
De volgende stoelinstellingen zijn mogelijk:
1.
Naar voren/achteren
stoel af te stellen. Na het afstellen moet de vergrendelingshendel in de vereiste stand vallen. Na het
vergrendelen hoort de bestuurdersstoel niet meer te bewegen.
2.
Rugleuning
afstellen: Trek aan de vergrendelingshendel om de rugleuning af te stellen. Schuif de stoel nu naar
voren of naar achteren tot de gewenste hoek van de rugleuning wordt gevonden. De vergrendelingshendel
moet in de vereiste stand vallen.
Na het vergrendelen hoort de rugleuning niet meer te bewegen.
3.1.4
Afstellen van de stuurkolom
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongelukken door afleiding. Stel de stuurkolom niet af tijdens het rijden. Doe dat alleen als de wiellader
stilstaat.
U kunt de lengtepositie van de stuurkolom verstellen en zo
aanpassen aan uw specifieke lengte en houding.
1.
Draai de afstelhendel los.
2.
Stel de stuurkolom af op basis van uw behoeften.
3.
Draai de afstelhendel weer goed vast.
Pagina 18/88
T13| Bedieningshandleiding
afstellen: Trek aan de vergrendelingshendel om de voor-/achterwaartse positie van de
Juni 2021