Inhoudsopgave
Advertenties
4.
SLEPEN EN VERVOEREN
4.1
Slepen
WAARSCHUWING
Sleep de wiellader alleen als de stuurinrichting en remmen werken en de machine niet op een andere manier
vervoerd kan worden. Sleep de wiellader alleen met een trekhaak of sleepkabel. Er mogen zich geen personen in de
gevarenzone van de trekhaak of sleepkabel bevinden terwijl de wiellader wordt gesleept. De trekhaak of sleepkabel
mogen geen beschadigingen vertonen en de breukbelasting moet minstens driemaal de trekkracht van het
trekkende voertuig bedragen. Het trekkende voertuig moet beschikken over voldoende trekkracht. De bestuurder
van het trekkende voertuig en de bestuurder van de wiellader moeten een procedure overeenkomen en voorzichtig
te werk gaan.
Na het slepen van de wiellader moet deze altijd tegen wegrollen en ongeoorloofd gebruik worden beveiligd.
LET OP
Risico op schade aan het hydraulisch systeem door oververhitting.
Sleep de wiellader alleen zo ver als nodig is om hem uit de gevarenzone te halen, maar niet verder dan 500 meter.
De sleepsnelheid mag niet meer dan 5 km/u bedragen.
Gebruik transportmiddelen voor langere afstanden of repareer de wiellader ter plaatse.
Sleepuitrusting
LET OP
De sleepuitrusting mag niet worden gebruikt om ladingen te slepen.
De aandrijving uitschakelen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongelukken door kantelen bestuurdersstoel. Sleep de wiellader alleen als de bestuurdersstoel is
vastgezet. De aandrijving moet worden uitgeschakeld door gekwalificeerd personeel. De wiellader mag niet worden
gesleept als de aandrijving niet is uitgeschakeld.
Pagina 38/88
T13| Bedieningshandleiding
Juni 2021
Advertenties
Inhoudsopgave
