❚❚ De elektronische afstandsmeter
Als het objectief een maximaal diafragma van f/5,6 of groter
(lagere f/-waarde) heeft, kunt u de scherpstelaanduiding in de
zoeker gebruiken om te controleren of het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt scherp is. (Het scherpstelpunt
kan worden geselecteerd uit de 11 beschikbare punten.)
Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt,
druk de ontspanknop half in en draai aan de scherpstelring
van het objectief totdat de scherpstelaanduiding (I)
verschijnt. Bij de onderwerpen die worden vermeld op pagina
55, wordt de scherpstelaanduiding soms ook weergegeven
wanneer het onderwerp niet scherp is. Controleer de
scherpstelling in de zoeker voordat u de foto maakt.
A
Filmvlak
Als u de afstand tussen het onderwerp en de camera wilt bepalen,
dient u te meten vanaf de filmvlakmarkering op de camerabody. De
afstand tussen de voorzijde van de bajonetvatting en het filmvlak
bedraagt 46,5 mm.
A
De belichtingsaanduiding
Indien nodig kan de belichtingsaanduiding worden gebruikt om te bepalen of het scherpstelpunt
voor de handmatige scherpstelling zich voor of achter het onderwerp bevindt (0 156).
46,5 mm
z
Filmvlakmarkering
61