Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Belichtingscorrectie

Via belichtingscorrectie kan de door de camera geselecteerde belichtingswaarde
gewijzigd worden om foto's lichter of donkerder te maken. Deze functie werkt het beste
in combinatie met centrumgerichte meting of spotmeting (0 88).
1
Plaats de cursor in het informatiescherm.
Druk op de R-knop wanneer er geen opname-informatie op de monitor wordt
weergegeven. Druk op de P-knop om de cursor in het informatiescherm te
plaatsen.
R-knop
2
Geef de opties voor belichtingscorrectie
weer.
t
Markeer belichtingscorrectie in het
informatiescherm en druk op J.
3
Kies een waarde.
Markeer een waarde en druk op J. De
belichtingscorrectie kan worden ingesteld op een
waarde tussen –5 LW (onderbelichting) en +5 LW
(overbelichting) in stappen van
algemeen een positieve waarde om het onderwerp
lichter te maken of een negatieve waarde om het
onderwerp donkerder te maken.
De normale belichting kan worden hersteld door de belichtingscorrectie in te stellen op
±0. De belichtingscorrectie wordt niet ongedaan gemaakt wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
90
Informatiescherm
–1 LW
P-knop
1
/
LW. Kies in het
3
Geen belichtingscorrectie
+1 LW

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave