❚❚ Het objectief verwijderen
Zet de camera uit voordat u een objectief verwijdert of verwisselt.
Als u het objectief wilt verwijderen, houdt u de
objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl u het objectief
rechtsom draait (w). Plaats na het verwijderen van het objectief de
objectiefdoppen en de bodydop terug op respectievelijk het
objectief en de camera.
❚❚ Vibratiereductie (VR)
AF-S DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR-objectieven bieden ondersteuning voor
vibratiereductie (VR). Dat vermindert onscherpe beelden door een trillende camera, zelfs
wanneer de camera wordt bewogen, waardoor sluitertijden circa 3 LW kunnen worden
vertraagd bij een brandpuntsafstand van 55mm (metingen van Nikon; de effecten
verschillen naargelang de gebruiker en de omstandigheden van de opname).
Schuif de VR-schakelaar op ON (AAN) om vibratiereductie te
gebruiken. Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer u de
ontspanknop half indrukt, zodat de effecten van cameratrillingen in
het beeld in de zoeker worden verminderd en u het onderwerp
gemakkelijker kunt kadreren en in zowel de autofocusstand als de
handmatige stand kunt scherpstellen. Wanneer u de camera
beweegt, wordt de vibratiereductie alleen toegepast op
bewegingen die geen deel uitmaken van de bewuste beweging (als
de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt bewogen, wordt de
vibratiereductie alleen toegepast op verticale trillingen), zodat u de
camera veel gemakkelijker zonder haperingen in een grote boog
kunt bewegen.
Schuif de VR-schakelaar op OFF (UIT) om de vibratiereductie uit te schakelen. Schakel de
vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief is gemonteerd, maar laat de
functie aan als de kop van het statief niet is geblokkeerd of wanneer u een statief met één
poot gebruikt.
D
CPU-objectieven met diafragmaringen
Als een CPU-objectief is uitgerust met een diafragmaring (0 194), vergrendelt u deze op het
kleinste diafragma (hoogste f-waarde).
D
Vibratiereductie
Zet de camera niet uit en verwijder het objectief niet terwijl de vibratiereductie ingeschakeld is.
Als de voeding naar het objectief wordt onderbroken terwijl de vibratiereductie is ingeschakeld,
kan het objectief rammelen wanneer u ermee schudt. Dit is geen defect. Monteer het objectief
opnieuw op de camera en schakel de camera in om dit op te lossen.
Vibratiereductie is uitgeschakeld terwijl de ingebouwde flitser wordt opgeladen. Wanneer de
vibratiereductie is ingeschakeld, kan het beeld in de zoeker onscherp zijn nadat de sluiter wordt
ontspannen. Dit duidt niet op een storing.
X
19