a4: Afstandsmeter
Kies Aan om de belichtingsaanduiding te gebruiken en te bepalen of de camera in de
handmatige scherpstelstand juist is scherpgesteld (0 54; merk op dat deze functie niet in
de opnamestand M beschikbaar is omdat dan de belichtingsaanduiding aangeeft of het
onderwerp juist is belicht).
Aanduiding
A
De afstandmeter gebruiken
De afstandsmeter vereist een objectief met een maximaal diafragma van f/5.6 of sneller en is niet
beschikbaar in livebeeld. De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen in situaties
waarbij de camera niet scherp kan stellen met autofocus (0 55).
b: Belichting
b1: Stapgrootte inst. belichting
Deze optie bepaalt of aanpassingen in sluitertijd, diafragma,
belichtingscorrectie, flitscorrectie en bracketing worden aangebracht
in stappen die equivalent zijn met
stap).
L
c: Timers/AE-vergrendeling
c1: AE-vergr. ontspanknop
Bij de standaardinstelling Uit wordt de belichting alleen
vergrendeld als de AE-L/AF-L-knop wordt ingedrukt. Als Aan is
geselecteerd, wordt de belichting ook vergrendeld als de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
156
Beschrijving
Camera scherpgesteld.
Scherpstelpunt ligt
enigszins voor het
onderwerp.
Scherpstelpunt ligt ver
voor het onderwerp.
1
/
LW (1/3 stap) of
3
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
Aanduiding
Scherpstelpunt ligt
enigszins achter het
onderwerp.
Scherpstelpunt ligt ver
achter het onderwerp.
Camera kan de juiste
scherpstelling niet
voortzetten.
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
1
/
LW (1/2
2
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
Beschrijving