D
Continu-AF
In de stand AF-C of wanneer continu-AF is geselecteerd in de stand AF-A geeft de camera hogere
prioriteit aan de scherpstelrespons (heeft een breder scherpstelbereik) dan in de stand AF-S en kan
de sluiter worden ontspannen vooraleer de scherpstelaanduiding wordt weergegeven.
A
Goede resultaten met autofocus
Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. Als de camera onder deze
omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk de ontspanknop geblokkeerd, of de
scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven en de camera laat een geluidssignaal horen om
aan te geven dat de sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen op
het onderwerp. Stel in dit geval handmatig scherp (0 60) of gebruik de scherpstelvergrendeling
(0 58) om op een ander onderwerp op dezelfde afstand scherp te stellen en pas dan de
compositie van de foto aan.
Er is weinig of geen contrast
tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Voorbeeld: het onderwerp
heeft dezelfde kleur als de
achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat
meerdere voorwerpen op
verschillende afstanden van
de camera.
Voorbeeld: het onderwerp
bevindt zich in een kooi.
Het onderwerp bestaat
grotendeels uit regelmatige
geometrische patronen.
Voorbeeld: een rij vensters in
een flatgebouw.
D
De AF-hulpverlichting
Als het onderwerp donker is, wordt de AF-hulpverlichting automatisch
ingeschakeld om de autofocus te helpen wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt. De AF-hulpverlichting brandt niet tijdens continu-AF
of handmatige scherpstelling, in opnamestanden waarbij de AF-
hulpverlichting niet kan worden gebruikt of als Uit werd geselecteerd
voor persoonlijke instelling a2 (AF-hulpverlichting; 0 155). De
hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 0,5–3,0 m. Gebruik de
hulpverlichting in combinatie met een objectief met een
brandpuntsafstand van 18–200 mm en verwijder de zonnekap.
A
De signaalluidspreker
Persoonlijk instelling d1 (Signaal; 0 158) kan worden gebruikt om het signaal in of uit te
schakelen.
Het scherpstelpunt bevat
gebieden met sterk
verschillende helderheid.
Voorbeeld: het onderwerp
bevindt zich half in de
schaduw.
Voorwerpen op de
achtergrond zijn groter dan
het onderwerp.
Voorbeeld: achter het
onderwerp staat een
gebouw in het beeld.
Het onderwerp bevat veel
fijne details.
Voorbeeld: een veld met
bloemen of andere
onderwerpen die klein zijn
of weinig variatie in
helderheid hebben.
AF-hulpverlichting
z
55