Aan/Uit-Werking; Driepuntswerking; Temperatuurregeling Voor Ingangssignaalfout - Samson 3374 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift
Verberg thumbnails
Zie ook voor 3374:
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (68 pagina's) ,
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (20 pagina's) ,
- Inbouw- en bedieningsvoorschrift (21 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
werkingseffect, zoals optreedt als gevolg van het P-aandeel. De toename van de integratietijd
Tn zorgt bij constante afwijking voor een afname in de gemanipuleerde variabele snelheid.
De afgeleide tijd Tv is de tijdsperiode, waarbij de toename reactie van een PD-regelaar een
bepaalde waarde van de instelgrootheid eerder bereikt, of als het P-onderdeel alleen zou
bereiken. De toename van de afgeleide Tv veroorzaakt een toename van de gemanipuleerde
variabele amplitude wanneer de veranderingssnelheid constant is. Na een plotselinge veran-
dering in de fout, waarbij meer tijd Tv een langere verval van de D-component veroorzaakt.
Het werkpunt Y
geeft de verstelbare variabele aan, die wordt gegeven als huidige waarde
0
= gewenste waarde in het regelsysteem is bereikt. Het werkpunt is normaal gesproken alleen
van belang voor P en PD-regelaars, maar kan in geval van een begrensd I-bereik ook bij PI,
PID en I regelgedrag worden ingesteld. Bij regelbedrijf met I- functie kan het werkpunt ook
als beginwaarde voor een herstart worden genomen.
16.4.3 Aan/uit-werking
(06 = 2STP)
De besturing gaat via de binaire ingang IN 2, zie hoofdstuk 14.4, pagina 32. Bij een ac-
tieve schakelstand van de binaire ingang, trekt de aandrijfstang in tot 100 % van het inge-
stelde slagbereik. Bij een inactieve schakelstand van de binaire ingang, beweegt de aan-
drijfstang naar de gesloten positie (0 %).
16.4.4 Driepuntswerking
(06 = 3STP)
De besturing gaat via de binaire ingangen IN 2 (Aandrijfstang terugtrekken) en IN 3 (Aan-
drijfstang uitschuiven), zie hoofdstuk 14.4, pagina 32.
16.4.5 Temperatuurregeling voor ingangssignaalfout
(06 = POSF)
De klepslag is evenredig met het ingangssignaal. Als het ingangssignaal uitvalt, wordt de in-
stelwaarde in de aandrijving aangepast aan de geïntegreerde PID-regelaar (zie hoofdstuk
16.4.2).
Aanwijzing:
De instelling 0 tot 10 V en 0 tot 20 mA voor het ingangssignaal is niet mogelijk met
deze functie. De lagere waarde moet ten minste 0,5 V en 1 mA zijn.
EB 8331-4 NL
Gebruikersniveau
39
Advertenties
Inhoudsopgave
