SQV 05.2 – SQV 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Verhelpen van storingen
Fouten en uitval
Weergave in het display
Poti buiten bereik
Wrs Ingang AIN 1
Wrs Ingang AIN 2
Draairichting verkeerd
Fout omvormer
Tabel 25:
Niet gereed AFSTAND en functiecontrole (verzamelmelding 04)
Weergave in het display
Fout stuurcommando
Keuze niet-Afstand
Service actief
Geblokkeerd
NOOD UIT actief
NOOD actie actief
I/O interface
Handwiel actief
Interlock OPEN+DICHT
Interlock bypass
PVST actief
12.3.
Zekeringen
12.3.1.
Zekeringen in de besturingseenheid van de aandrijving
F5
12.3.2.
Motorbeveiliging (thermische bewaking)
68
Omschrijving/oorzaak
Potentiometersignaal bevindt zich buiten het
toegestane bereik.
Signaaluitval analoge ingang 1.
Signaaluitval analoge ingang 2.
De motor draait tegen de geconfigureerde
draairichting en actieve instelopdracht in d.w.z. in
de verkeerde richting.
Motorbeveiliging: Fout in de omvormer
Omschrijving/oorzaak
Verzamelmelding 13:
Mogelijke oorzaken:
meerdere stuursignalen (bijv. tegelijkertijd
instelopdrachten OPEN en DICHT, of
tegelijkertijd OPEN en bewegen SETPOINT)
een actuele nominale waarde en de positioner
is niet actief
Keuzeschakelaar staat niet in de stand AFSTAND.
Bedrijf via de service-interface (Bluetooth) en
service-software AUMA CDT.
Aandrijving bevindt zich in de bedrijfsmodus
GEBLOKKEERD.
De NOOD UIT schakelaar is ingedrukt. De
stroomvoorziening van de motorbesturing is
onderbroken.
Bedrijfsmodus NOOD is actief (signaal NOOD werd
gezonden).
Op de ingang NOOD staat 0 V.
De aandrijving wordt via de I/O interface (parallel)
aangestuurd
De handmatige bediening is geactiveerd.
Een interlock is actief.
De bypass-functie is vergrendeld.
De Partial Valve Stroke Test (PVST) is actief.
Aardlekautomaat als bescherming tegen kortsluiting voor externe 24 V DC-voeding
voor de klant (zie schakelschema)
Ter bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge oppervlaktetemperaturen
van de aandrijving zijn in de motorwikkelingen PTC-weerstanden of thermoknopen
ACV 01.2 Non-Intrusive
Oplossing
Configuratie van het toestel controleren:
parameter Low limit Uspan M0832 moet kleiner zijn
dan parameter Span.niv.verschil. poti. M0833.
Bedrading controleren.
Bedrading controleren.
Stuursignalen van de instelopdrachten controleren.
Bij een draaistroomnet de fasebewaking (parameter
Wijzig fasenvolgorde M0171) inschakelen.
Instelling van de configuratie van het toestel
(parameter Sluitrichting M0176) controleren.
Teneinde de foutmelding te wissen:
besturingseenheid voor de aandrijving van het net
scheiden en opnieuw starten.
Oplossing
Instelopdrachten controleren (alle
instelopdrachten resetten/wissen en slechts één
instelopdracht verzenden).
Parameter Adaptieve regelaar op Functie actief
instellen.
Nominale waarde controleren.
Drukknop
Details indrukken om de afzonderlijke
meldingen te zien.
Voor de beschrijving van de afzonderlijke meldingen:
zie de instructies (Bedrijf en instelling).
Keuzeschakelaar in de stand AFSTAND zetten.
Service-software beëindigen.
Instelling en status van de functie <Vrijgave van de
lokale bedieningseenheid> controleren.
NOOD UIT schakelaar ("paddenstoel")
ontgrendelen.
NOOD UIT status door reset-commando
resetten.
Oorzaak voor het NOOD-signaal vaststellen.
Veroorzakende bron controleren.
Op de ingang NOOD +24 V aanleggen.
Ingang I/O interface controleren.
Motorbedrijf starten.
Interlocksignaal controleren.
Statussen van hoofd- en bypass-afsluiter
controleren.
Afwachten totdat de PVST-functie is afgesloten.