SQV 05.2 – SQV 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
ACV 01.2 Non-Intrusive
10.6.2.
Draairichting aan mechanische standaanwijzing controleren
Draairichting
controleren
10.6.3.
Wegschakelmechanisme controleren
3.
Draairichting op mechanische standaanwijzing observeren:
De draairichting is correct als de aandrijving zich in de richting DICHT
beweegt en de pijl met de wijzers van de klok mee in de richting DICHT
(symbool
) draait.
Afbeelding 59: Draairichting standaanwijzing (bij rechtsdraaiend sluiten)
Afbeelding 60: Draairichting van de standaanwijzing bij beweging in de richting DICHT
(uitvoering „rechtsom draaiend sluiten")
Beschadigingen aan de afsluiter in geval van een verkeerde draairichting!
Bij een verkeerde draairichting direct uitschakelen (STOP indrukken).
De oorzaak wegnemen, bijv. door bij de kabelset (wandbeugel) de fasevolgorde
te corrigeren.
Het proefdraaien herhalen.
1.
Aandrijving handmatig in de middenstand, resp. op voldoende afstand van de
eindstand bewegen.
2.
Aandrijving in de richting DICHT inschakelen en vervolgens de draairichting
aan de mechanische standaanwijzing observeren.
De draairichting is correct indien de aandrijving in de richting DICHT beweegt
en de symbolen ( / ) tegen de wijzers van de klok in draaien.
1.
Keuzeschakelaar in de stand Local control (LOKAAL) plaatsen.
Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
57