Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

AUMA SQV 05.2 Bedieningsinstructies pagina 22

Inhoudsopgave

Advertenties

SQV 05.2 – SQV 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Elektrische aansluiting
Beveiliging en
ontwerp/berekening
door klant/contractor
Potentiaal van de
aansluitingen door de
klant
Veiligheidsstandaards
22
Als beveiliging tegen kortsluiting en voor het vrijschakelen van de aandrijving zijn,
door de klant/contractor te verzorgen, zekeringen en lastscheiders noodzakelijk.
Tabel 8:
Beveiliging door de klant/contractor te verzorgen
Zwenkaandrijving
3-ph motor 380 V – 480 V/50 Hz – 60 Hz
Opgenomen
nominaal vermogen
Type
P
[kW]
IN
SQV 05.2
0,21
SQRV 05.2
0,17
SQV 07.2
0,39
SQRV 07.2
0,18
SQV 10.2
0,21
SQRV 10.2
SQV 12.2
0,21
SQRV 12.2
SQV 14.2
0,27
SQRV 14.2
1)
Bij een motor met een andere stroomsoort/netspanning/netfrequentie (zie typeplaatje op de motor).
Zekering conform het gegevensblad voor de elektrische installatie selecteren.
2)
De aandrijvingen zijn geschikt voor de toepassing binnen stroomcircuits met een maximale
kortsluitstroom van 5 000 A effectief. De vermogensgegevens van de door de klant te verzorgen
beveiligingen (zekeringen) mogen de hieronder vermelde waarden niet overschrijden: 32 A/600 V
bij een maximale netwerk-kortsluitstroom van 5 000 A AC.
Bij de gebruikmaking van installatieautomaten resp. zekeringautomaten dient rekening
te worden gehouden met de max. stroom (I
of het blad met elektrische gegevens).
Wij adviseren geen aardlekschakelaars (FI) toe te passen. Wordt aan de netzijde
toch een FI toegepast, dan is uitsluitend een aardlekschakelaar (FI) van het type B
toegestaan. In de aardingskabel kan een gelijkstroom aanwezig zijn.
Het gebruik van aardlekautomaten met overstroombeveiliging is niet noodzakelijk.
De besturingseenheid voor de aandrijving beschikt over eigen, op het aandrijfsysteem
afgestemde, veiligheidsmechanismen. Om die reden adviseren wij om de toepassing
van aardlekautomaten achterwege te laten.
Bij de uitvoering met een verwarmingssysteem in de besturingseenheid voor de
aandrijving en een externe voeding van de elektronica, dient het verwarmingssysteem
door de klant/contractor te worden afgezekerd (zie schakelschema F4 ext.)
Tabel 9:
Afzekering verwarmingssysteem
Aanduiding in het schakelschema = F4 ext.
externe spanningsvoorziening
afzekering
Indien de besturingseenheid voor de aandrijving los van de aandrijving wordt
gemonteerd (besturingseenheid voor de aandrijving op wandbeugel): rekening houden
met de lengte en doorsnede van de aansluitkabel bij het bepalen van de beveiliging
(zekering).
Voor de mogelijkheden van gescheiden potentialen, zie technische gegevens.
Veiligheidsmaatregelen en veiligheidsvoorzieningen dienen te voldoen aan de
geldende nationale voorschriften zoals deze van toepassing zijn op de plaats van
opstelling. Alle extern aangesloten apparatuur dient met de desbetreffende
veiligheidsstandaards zoals deze van toepassing zijn op de plaats van opstelling
overeen te komen.
Nominale stroom
Max. stroom
I
[A]
I
N
max
0,8
0,7
1,3
0,8
1,0
1,0
1,0
) van de aandrijving (zie typeplaatje
max
115 V AC
2 A T
ACV 01.2 Non-Intrusive
1)
2)
Zekering
Reactiekarakteristiek:
Traag (gG)
[A]
[A]
1,3
6,0
1,1
6,0
1,9
6,0
1,0
6,0
1,5
6,0
1,5
6,0
7
6,0
230 V AC
1 A T

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave