A complete Parts List is available at www.MillerWelds.com
9-3.
Help-meldingen
Display Example
HELP
HELP 1
HELP
HELP 2
HELP 3
HELP
HELP 5
HELP
HELP 6
HELP
HELP 8
HELP 25
9-4.
Storingen
HELP
Probleem
Geen uitgangsspanning voor het las-
25
HELP
sen; het apparaat werkt totaal niet.
Geen uitgangsspanning om te lassen;
de meter staat op ON.
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Geen 115 V AC uitgangsspanning
op de dubbele stekkerdoos.
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de 14-pens contrastekker voor de
afstandsbediening.
OM-231242 Pagina 42
�
De volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
�
Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van het apparaat. Alle schakelingen waarnaar wordt ver-
wezen bevinden zich in het apparaat.
1
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire stroomkring. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met
een door de fabrikant erkend servicebedrijf.
2
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische beveiligingscircuit. Als dit scherm te zien is, neem dan con-
tact op met een doorde fabrikant erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat oververhit is. Het apparaat is gestopt om de ventilator
3
de gelegenheid te geven om het af te koelen (zie Sectie 3). Wanneerhet apparaat is afgekoeld, kunt
u verder werken.
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het apparaat oververhit is. Het apparaat is gestopt om de ventilator
de gelegenheidte geven om het af te koelen (zie Sectie 3). Wanneer het apparaat is afgekoeld, kunt
u verder werken.
5
Hulpscherm 6
Geeft aan dat er op maximale ingaande stroomsterkte wordt gewerkt. Het apparaat heeft een maxi-
maal toegestane ingaande stroomsterkte. Naarmate de lijnspanning toeneemt, neemt ook de ver-
eiste ingaande stroomsterkte toe. Als de lijnspanning te laag is, wordt het uitgangsvermogen beperkt
door de ingaande stroomsterkte. Wanneer deze grens wordt bereikt, verlaagt het apparaat automa-
tisch het uitgangsvermogen teneinde door te kunnen werken. Als dit op het scherm te zien is, laat
dan een gediplomeerde elektricien de ingaande spanning controleren.
6
Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundaire stroomkring van het apparaat. Als dit scherm te zien is, neem
dan contact op met een door de fabrikant erkende serviceagent.
Hulpscherm 25
Geeft aan dat de machine de grenzen van de inschakelduur bereikt heeft (zie Hoofdstuk 3). De ma-
chine moet ingeschakeld blijven om de koelventilator van voeding te voorzien. De ventilator blijft
draaien tot de machine afgekoeld is.
8
Zet de werkschakelaar aan (zie Hoofdstuk 4-8 en 4-9).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de stroomonderbreker (zie
hoofdstuk 4-8 en 4-9).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 4-8 en 4-9).
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie sectie 4-7).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie sectie 3-9).
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie sectie 4-2).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Reset extra beveiliging CB1 (zie Sectie 4-5).
Reset extra beveiliging CB2 (zie Sectie 4-5).
Oplossing