Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pulserend Mig Lasstand - Gmaw-P Proces - Miller XMT 350 MPa Auto-Line Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor XMT 350 MPa Auto-Line:
Inhoudsopgave

Advertenties

7-4.

Pulserend MIG lasstand - GMAW-P proces

15-3. Pulsed MIG Welding Mode - GMAW-P Process
De lasklemmen krijgen spanning door de
afstandsbediening in de Pulserend MIG
lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Volt-indicatielampje
3 Linker scherm
4 Rechter scherm
5 Booglengte-indicatielampje
6 Instelknop
7 Draadtype-indicatielampje
8 Indicatielampje van de boogregeling
9 Setup-toets
10 Gastype-indicatielampje
Instellen
Zie
Hoofdstuk
7-1
voor
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de stand PUL-
SED MIG zoals aangegeven.
De instelling voor de booglengte wordt weergege-
ven in het linker scherm waarbij het indicatielampje
voor de booglengte oplicht.
Bediening
Terwijl het indicatielampje voor de booglengte op-
licht onder het linker scherm, wordt de regelknop
gebruikt om de gewenste booglengte in te stellen.
De booglengte kan op afstand worden inge-
steld als het draadaanvoerapparaat een
spanningsregeling heeft. Deze spanningsre-
geling krijgt de voorkeur boven de regelknop
op de lasstroombron.
Als u op de Setup-toets drukt, kunt u de boogrege-
ling, het draadtype, gassoort en de booglengte
instellen.
Kies voor de beste resultaten het juiste
Draad- en Gastype dat past bij de draad en
het gas dat wordt gebruikt. Zie de tabel Pul-
serend MIG - Draad- en Gastype kiezen voor
de beschikbare draden en gassen.
Een Draad en Gas kiezen
A complete Parts List is available at www.MillerWelds.com
De volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
2
3
25.0
Druk enkele malen op de Setup-toets tot het indi-
catielampje voor draadtype oplicht. Het actieve
draadtype wordt getoond in de linker en het rechter
scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste draad te
kiezen.
Druk nogmaals op de Setup-toets tot het indicatie-
lampje voor gastype oplicht. Het actieve gastype
wordt getoond in de linker en het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om het gewenste gas te
kiezen.
Druk nogmaals op de Setuptoets om de keuze te
bevestigen. Het apparaat geeft aan dat de wijzi-
ging van de draad- en gasinformatie is gewijzigd
door even PROG LOAD op het scherm aan te
geven.
gangbare
Boogregeling (SharpArc)
Druk enkele malen op de Setup-toets tot het indi-
catielampje voor de boogregeling oplicht. Er ver-
schijnt SHRP op het linker scherm, en de
bijbehorende ShapArc- instelling verschijnt op het
rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste ShapArc-
instelling te kiezen van 0 tot 50, de standaard in-
stelling is 25. Door aanpassing van de ShapArc-in-
stelling verandert ook de kegelvorm van de
lasboog. Een lagere instelling verbreedt de kegel-
vorm, verhoogt de vloeibaarheid van het lasbad en
maakt de lasnaad qua uiterlijk vlakker.
Een hogere instelling versmalt de kegelvorm, ver-
mindert de vloeibaarheid van het lasbad en maakt
de lasnaad qua uiterlijk meer kroonvormig.
Elke combinatie gas/draad heeft eigen in-
stellingen voor booglengte en SharpArc.
Deze instellingen worden opgeslagen als het
apparaat wordt uitgeschakeld.
Booglengte - Pulserend MIG Handbediening
(zie Hoofdstuk 5-4)
5
4
6
1
De booglengte komt overeen met het niveau van
de energie die nodig is om de laselektrode af te
branden. Naarmate de draadsnelheid toeneemt, is
ook een hogere instelling voor de booglengte no-
dig om de extra draad af te branden. De instelling
voor de booglengte wordt weergegeven in het lin-
ker scherm waarbij het indicatielampje voor de
booglengte oplicht. De booglengte kan worden af-
gesteld van 0 tot 100.
Nadat er spanning komt op de lasuitgangsklem-
men maar voordat er een boog is gestart, wordt de
letter "R" weergegeven op het apparaat en een re-
ferentiedraadsnelheid
scherm. De referentiedraadsnelheid kan worden
genomen als uitgangspunt voor de instelling van
de draadsnelheid op het draadaanvoerapparaat.
De instellingen voor de draadsnelheid en de boog-
lengte kunnen verder worden ingesteld om de ge-
wenste booglengte te verkrijgen.
Het Menu voor configuratieopties (zie Hoofdstuk 5-
4) kan worden gebruikt om de instelling voor de
booglengte te wijzigen (0 tot 100) op basis van de
gemiddelde boogspanning. De gemiddelde boog-
spanning kan worden gebruikt als alternatieve me-
thode om de lasboog bij Pulserend MIG in te
stellen met dezelfde parameters (spanning en
draadsnelheid) als een conventionele MIG-boog.
Lagere spanningsinstellingen komen overeen met
nauwere booglengtes en hogere spanningsinstel-
lingen komen overeen met langere booglengtes.
Als de spanningsfunctie wordt gekozen dat wordt
de vooringestelde gemiddelde spanning weerge-
geven op het linker scherm, waarbij het spannings-
indicatielampje oplicht.
Booglengte - Pulserend MIG automatische re-
geling (zie Hoofdstuk 5-4)
Op de Automatische stand is de instelling voor de
booglengte van 0 tot 100. De programma's zijn
ontwikkeld op een booglengte-instelling van 50.
Door het verhogen of verlagen van de booglengte-
instelling van 50 verandert de booglengte. Het is
niet nodig om de waarde van de booglengte-instel-
ling te wijzigen als u de instellingen voor de draad-
aanvoersnelheid wijzigt.
7
8
9
10
226 611-A
(IPM)
op
het
rechter
OM-231242 Page 21
OM-231242 Pagina 31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave