5.6 Pomp en aandrijving koppelen
Draai de stelbouten (371A) gelijkmatig vast (een slag per keer) bij het doen van deze afstelling.
8.
Draai de klembouten (370C) gelijkmatig aan en daarna de afstelbouten (371A) terwijl u zorgt
dat de meetklok de juiste instelling blijft tonen.
9.
Zorg dat de as vrij kan draaien.
10. Vervang de koppelingsbescherming.
11.
Controleer zowel de druk (332A) en radiale (333A) labyrintafdichting om er zeker van te zijn dat
ze goed in de behuizing passen.
12. Draag geïsoleerde handschoenen als u met de koppelingsnaaf gaat werken. De koppelingsnaaf
kan heet zijn en lichamelijk letsel toebrengen.
5.6 Pomp en aandrijving koppelen
WAARSCHUWING:
Als de aandrijving niet wordt losgekoppeld en uitgeschakeld, kan dit leiden tot ernstig licha-
melijk letsel of dood. Koppel de stroom af en schakel de aandrijving altijd uit voordat u in-
stallatie- of onderhoudstaken uitvoert.
•
Elektrische aansluitingen moeten door gecertificeerde elektriciens worden gemaakt
conform alle internationale, nationale en plaatselijke regels.
•
Verwijs naar de installatie- en gebruikershandleiding van de motor-/koppeling-/tand-
wielfabrikant voor instructies en aanbevelingen.
Koppelingen moeten correct zijn gecertificeerd zijn om te worden gebruikt in omgevingen met een
ATEX-classificatie. Volg de instructies van de fabrikant van de koppeling om deze te smeren en te
installeren. Raadpleeg IOM van de fabrikant van de bestuurder / koppeling / versnelling voor speci-
fieke instructies en aanbevelingen.
1.
Koppelingsbescherming
2.
Koppeling
Afbeeldingnr. 26: Koppelingsbescherming
52
1
2
Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud