Inhoudsopgave
Advertenties
4.2 Procedures voor montage van grondplaat
i)
Plaats de onderste stelmoeren op de bout op de hoogten (X1 en X2) die zijn aangegeven
op de gecertificeerde GA-dimensietekening.
Pas de afstanden aan door de zeskantsmoer en de zeskantklemmoer omhoog of omlaag te be-
wegen.
4.
Herhaal stap 3 voor elke bout en veer.
5.
Laat de grondplaat zakken zodat de veerconstructies in de funderingsblokken passen.
Het gewicht van de grondplaat druk de veren in, waardoor de bovenste moeren los komen. Mis-
schien, moet u de grondplaat hoogte stellen door de X1 en X2 dimensie aan te passen.
8
7
6
5
1.
Zeskantsklemmoer
2.
Volger
3.
Vlakke sluitring
4.
Funderingsplatform
5.
Lagerconstructie
6.
Veer
7.
Zeskantmoer
8.
Bout
6.
Zet de grondplaat waterpas en voer de definitieve hoogtewijzigingen door:
a)
Houd alle bovenste moeren en borgmoeren los en pas de X1 en X2 dimensies aan om de
hoogte van de basis aan te passen.
b)
Eerst, pas de X2 dimensie aan om de middellijn van de zuigflens van de pomp met de mid-
dellijn van zuigleidingen te brengen. Stel nu de grondsplaat hoogte door de X1 dimensie
van de motoreindveren aan te passen.
c)
Wanneer het hoogte van de grondplaat goed is, draait u de bovenste moer en maakt u de
zeskantmoer tegen de bovenste zeskantmoer vast. Herhaal dit voor elke veermontage.
d)
Maak de onderste zeskantmoer tegen de onderste zeskantmoer vast op elke veermontage.
7.
Bevestig de onderste en bovenste zeskantsklemmoeren tegen de zeskantsmoeren op elke
veer.
8.
Maakt nota van X1- en X2-dimensies in de GA-dimensie voor toekomstig gebruik.
30
1
2
3
4
Models 3180, 3181, 3185, and 3186 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
