Verhelpen van storingen
Motor start niet ..................................................
Waarschuwingslampjes branden ...................
PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde
benzine-inspuiting) (MIL).................................
Stop-/startsysteem werkt niet goed .............
De stop-/startindicator gaat niet branden ....
Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem
als indicator brandt ...........................................
Motor start niet, zelfs niet door openen
gashendel ............................................................
Lekke band...........................................................
Elektrische problemen ......................................
De accu loopt leeg ..............................................
Doorgebrande lamp ...........................................
BLZ. 81
Doorgebrande zekering.....................................
BLZ. 82
Motor draait sporadisch instabiel..................
BLZ. 82
BLZ. 83
BLZ. 83
BLZ. 84
BLZ. 85
BLZ. 86
BLZ. 87
BLZ. 87
BLZ. 87
BLZ. 94
BLZ. 95