Bougie
Bougie controleren
u
Controleer de bougieafstand met een
7.
voelermaat van het draadtype.
Als aanpassing nodig is, buig de
u
zijelektrode dan voorzichtig.
De afstand moet als volgt zijn:
0,80 - 0,90 mm
Bougieafstand
Controleer of de bougiesluitring in goede
8.
staat verkeert.
9. Breng de bougie aan. Bevestig de
bougiesluitring en draai de bougie
handmatig in om scheef indraaien te
voorkomen.
66
10.
Zijelektrode
Bougiesluit-
ring
11.
Draai de bougie aan:
Als de oude bougie in orde is:
●
1/8 slag na contact
Draai een nieuwe bougie bij het
●
installeren tweemaal vast om losraken
te voorkomen:
a) Zet eerst de bougie vast:
1/2 slag na contact.
b) Draai dan de bougie los.
c) Draai daarna de bougie weer vast:
1/8 slag na contact
LET OP
De motor kan worden beschadigd door een bougie
die onvoldoende is vastgedraaid. De zuigers kunnen
worden beschadigd door loszittende bougies. Als een
bougie te strak is aangedraaid, kunnen de
schroefdraden worden beschadigd.
Monteer de onderdelen in de omgekeerde
volgorde van de demontage.
Let bij het terugplaatsen van de
u
bougiedop op dat er geen kabels of
draden worden afgeklemd.