Onderhoud – Wekelijks
8.6 Wekelijks
8.6.1 Luchtfilter controleren, reinigen
1
2
Afb. 46
Afb. 47
Afb. 48
70
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
–
–
Veiligheidsuitrusting:
1.
Machine beveiligd neerzetten
beveiligd neerzetten" op pagina 55.
2.
Motor laten afkoelen.
B-541-0073
3.
Deksel (1) en luchtfilter (2) demonteren.
4.
Deksel reinigen.
5.
Luchtfilter met droge perslucht (max. 6 bar (87 psi)) door het
B-GEN-0042
pistool op en neer te bewegen zolang van binnen naar buiten
uitblazen, tot er geen stofontwikkeling meer optreedt.
6.
Afdichtingen en luchtfilter controleren op beschadiging.
7.
Bij beschadiging het luchtfilter vernieuwen.
DR6X
Nooit de motor starten bij gedemonteerd lucht-
filter.
Nooit vuil in het luchtkanaal laten vallen.
Beschadigd of vervuild luchtfilter in geen geval
verder gebruiken. In geval van twijfel een
nieuw luchtfilter erin zetten.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
n
Veiligheidsbril
Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine
VOORZICHTIG!
Gevaar van oogletsel door rondvliegende
deeltjes!
–
Draag een persoonlijke beschermende
uitrusting (werkhandschoenen, bescher-
mende werkkleding, veiligheidsbril).