Controles vóór inbedrijfstelling – Brandstofvoorraad controleren, tanken
5.4 Brandstofvoorraad controleren, tanken
Afb. 21
GEVAAR!
Levensgevaar door exploderend gas-lucht-
mengsel!
–
–
–
–
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
–
–
Veiligheidsuitrusting:
1.
Omgeving van de vulopening reinigen.
2.
Deksel eraf nemen en vulstand controleren door zichtcon-
trole.
3.
Brandstof door een trechter met zeeffilter bijvullen.
4.
Deksel sluiten.
B-541-0068
DR6X
Benzine niet op hete constructiedelen terecht
laten komen.
Roken en open vuur zijn verboden.
Warmtebronnen, vonken en andere ontste-
kingsbronnen uit de buurt houden.
Benzine niet morsen.
Voortdurend toezien op het tanken.
Verontreinigde brandstof kan tot uitval of
beschadiging van de motor leiden. Indien ver-
eist brandstof ingieten door een zeeffilter.
Alleen brandstof met toegelaten specificatie
Ä Hoofdstuk 8.2.2 „Brandstof"
gebruiken
op pagina 65.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
45