Controles vóór inbedrijfstelling – Motoroliepeil controleren
5.3 Motoroliepeil controleren
Afb. 20
44
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Alleen olie met toegelaten specificatie
gebruiken
op pagina 65.
Bij te lage motoroliestand kan de motor niet gestart
worden.
Veiligheidsuitrusting:
1.
Machine zo neerzetten, dat de stampvoet horizontaal staat.
2.
Omgeving van de oliemeetstaaf (1) reinigen.
3.
Oliemeetstaaf eruit schroeven en afvegen met een vezelloze,
schone doek.
4.
Oliemeetstaaf in de vulopening steken zonder hem erin te
schroeven, en dan eruit nemen om het oliepeil te controleren.
5.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Motorolie niet overvullen.
Het oliepeil moet altijd tussen de "MIN"- en "MAX"-markering
liggen. Als het oliepeil daaronder staat meteen olie bijvullen
tot de "MAX"-markering.
DR6X
Ä Hoofdstuk 8.2.1 „Motorolie"
n
Beschermende werkkleding
n
Werkhandschoenen