5.2 LC 221 regelaar
De LC 221 is een niveauregelaar speciaal ontworpen voor het
regelen en bewaken van de Grundfos Multilift M opvoerinstallatie.
Basis voor de regeling is het signaal dat continu wordt ontvangen
van de piëzoresistieve, analoge niveausensor.
De niveauregelaar schakelt de pomp van de Multilift M aan en uit
op basis van het vloeistofniveau dat door de niveausensor wordt
gemeten. Wanneer het inschakelniveau is bereikt zal de pomp
inschakelen, en wanneer het vloeistofniveau is verlaagd tot aan
het uitschakelniveau zal de pomp worden uitgeschakeld door de
regelaar. Een alarmmelding verschijnt bij hoogwaterniveau in de
tank, pompstoring etc.
De niveauregelaar heeft veel meer functies zoals hieronder
beschreven.
Afb. 6 LC 221 niveauregelaar voor Multilift M
De LC 221 regelaar heeft de volgende functies:
•
aan/uit-regeling van één afvalwaterpomp op basis van een
continu signaal van een piëzoresistieve niveausensor
•
motorbeveiliging via een stroomonderbreker en/of stroomme-
ting alsmede aansluiting van thermische schakelaars
•
motorbeveiliging via beperking van de bedrijfstijd met daarop-
volgend noodbedrijf. Normale bedrijfstijd is max. 20 seconden,
en de bedrijfstijd wordt beperkt tot drie minuten (zie paragraaf
storingsmeldingen, storingscode F011).
6.4 Beschrijving van
•
automatische testruns (2 seconden) tijdens lange periodes
van inactiviteit (24 uur na laatste handeling)
•
herinschakelvertraging van maximaal 45 seconden na
omschakeling van stroomonderbreking op netspanningsbedrijf
(dit resulteert in een gelijkmatige netbelasting wanneer meer-
dere toepassingen op hetzelfde moment worden ingescha-
keld)
•
instelling van vertragingstijden:
– uitschakelvertraging (tijdsduur tussen het moment dat het
uitschakelniveau wordt bereikt tot het moment waarop de
pomp daadwerkelijk wordt uitgeschakeld) - vermindert
waterslag als de leidingen lang zijn
– inschakelvertraging (tijdsduur tussen het moment dat het
inschakelniveau wordt bereikt tot het moment waarop de
pomp daadwerkelijk wordt ingeschakeld)
– alarmvertraging (tijdsduur tussen het moment dat een sto-
ring optreedt tot het moment waarop een alarmmelding ver-
schijnt). Dit voorkomt een kortstondige alarmmelding "hoog
niveau" in geval van een grote tijdelijke instroming naar de
tank.
6
•
automatische stroommeting voor alarmmeldingen
•
instelling van stroomwaarden:
– te hoge stroom (vooraf ingesteld)
– nominale stroom (vooraf ingesteld)
– droogloopstroom (vooraf ingesteld)
•
bedrijfsmelding van:
– bedrijfsmodus (auto, handmatig)
– bedrijfsuren
– pulsen (aantal inschakelingen)
– hoogst gemeten motorstroom.
•
storingsmelding bij:
– pompstatus (bedrijf, storing)
– storing in fasenvolgorde en ontbrekende fase
– storing van thermische schakelaar
– alarm Hoog niveau (5 seconden vertraging)
– tijd voor service/onderhoud (te kiezen).
•
keuze voor het automatisch resetten van storingen
•
storingslogboek van maximaal 20 alarmmeldingen
•
keuze tussen verschillende inschakelniveaus
•
keuze van onderhoudsinterval (0, 3, 6 of 12 maanden).
Standaard heeft de LC 221 vier potentiaalvrije uitgangen voor:
– pomp draait
– pompstoring
– alarm "hoog waterniveau"
– algemene storing.
Daarnaast heeft de LC 221 zes ingangen voor de volgende func-
ties:
– aansluiting van een analoge sensor (4-20 mA of 0-5 V)
– aansluiting van maximaal vier niveauschakelaars of druk-
schakelaars in plaats van analoge sensor. Een extra vlotter-
schakelaar kan worden aangesloten op de alarmingang als
back-up voor de analoge sensor.
– aansluiting van een afzonderlijke niveauschakelaar voor
overstromingsdetectie buiten de Multilift M.
Opvoerinstallaties staan vaak opgesteld in een put in de kel-
der - het laagste punt in het gebouw. Als er bijv. grondwater
binnenstroomt of als een leiding is gebroken, dan geeft de
regelaar een alarm af.
– aansluiting van een piëzoresistieve druksensor op printplaat
(vooraf gemonteerd)
– aansluiting van een externe alarm-reset
– aansluiting van de thermische schakelaar van de motor.
Een PC-Tool kan worden aangesloten voor updates en verdere
aanpassingen. Zie service-instructies.
Als voorzorg voor de situatie waarbij de normale voedingspan-
ning niet werkt kan een batterij (toebehoren) worden geïnstal-
leerd die een akoestisch alarm (zoemer) activeert. De zoemer
wordt geactiveerd zolang de storing voortduurt. Deze kan niet
worden gereset.
In geval van stroomuitval van een onderdeel kan het algemene
alarm, dat een potentiaalvrij wisselcontact is, worden gebruikt om
het alarmsignaal door te sturen naar een regelkamer door middel
van een externe voedingsbron.