9. In bedrijf nemen
Waarschuwing
Voordat u begint met werkzaamheden aan een pomp
die gebruikt wordt voor het verpompen van vloeistof-
fen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid,
dient een grondige reiniging en ontluchting plaats te
vinden van de pomp, put etc. in overeenstemming
met de lokale richtlijnen.
Waarschuwing
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 221 of met
werkzaamheden aan de pomp of put etc. begint,
dient u er zeker van te zijn dat de voedingspanning is
uitgeschakeld en niet per ongeluk kan worden inge-
schakeld.
Voorafgaand aan het opstarten dienen de aansluiting en de
instellingen te zijn uitgevoerd overeenkomstig de paragrafen
8.3 Elektrische aansluiting
en
8.4 Instellen van de LC
Het opstarten dient uitgevoerd te worden door geautoriseerd per-
soneel.
Ga als volgt te werk:
1. Controleer alle aansluitingen.
2. Sluit de stekker aan op de voedingspanning en doorloop de
stappen tijdens het opstarten van de regelaar.
NB: Het duurt maximaal 45 seconden om de regelaar op te
starten (booten). Dit kan tot 5 seconden onderbroken worden
door de OK-toets in te drukken. Wanneer de voedingspanning
voor de eerste keer wordt aangesloten, kan worden gekozen
uit drie waarden voor het inschakelniveau (180, 250 of
315 mm boven vloerniveau) in overeenstemming met de
hoogte van de instroomleiding naar de opvangtank. Als de
instroomhoogte tussen twee niveaus ligt, kies dan het laagste
niveau voor inschakelen in het display. Alle andere instellin-
gen zijn vooraf ingesteld. Sommige instellingen kunnen gewij-
zigd worden. Zie paragraaf
de regelaar gereed voor automatische modus (keuzeschake-
laar in pos. AUTO).
3. Open de afsluitkleppen in de pers- en instroomleidingen.
4. Activeer een sanitaire voorziening die is aangesloten op de
instroomzijde van de Multilift MOG of MDG en controleer het
stijgende vloeistofniveau in de tank tot aan het inschakelni-
veau. Controleer tenminste tweemaal de in- en uitschakelin-
gen.
Als de pompkabel losgekoppeld is geweest van de
regelaar, bijvoorbeeld om de kabel door een lege
N.B.
kabelgoot te leiden, zorg dan dat de draden worden
aangesloten overeenkomstig de aansluitschema's.
10. Onderhoud en service
De Multilift MOG en MDG hebben minimaal onderhoud nodig.
Waarschuwing
Alvorens te beginnen met werkzaamheden aan
opvoerinstallaties die gebruikt worden voor het ver-
pompen van vloeistoffen die wellicht schadelijk zijn
voor de gezondheid, dient de opvoerinstallatie gron-
dig doorgespoeld te zijn met schoon water en moet
de persleiding afgetapt zijn. Spoel na demontage de
onderdelen in water schoon. Zorg dat de afsluitklep-
pen gesloten zijn. De werkzaamheden moeten uitge-
voerd worden in overeenstemming met de plaatse-
lijke regelgeving.
Waarschuwing
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 221 of met
werkzaamheden aan opvoerinstallaties begint, dient
u er zeker van te zijn dat de voedingspanning is uit-
geschakeld en niet per ongeluk kan worden inge-
schakeld.
221.
8.4 Instellen van de LC
221. Nu is
Volgens EN 12056-4 moeten opvoerinstallaties met de volgende
regelmatige intervallen worden gecontroleerd:
•
elke 12 maanden in eengezinswoningen
•
elke 6 maanden in meergezinswoningen
•
elke 3 maanden bij commerciële en industriële toepassingen.
Tijdens de controle moet lokale regelgeving nageleefd worden.
De periodieke controle van de opvoerinstallatie moet uitgevoerd
worden door geautoriseerd personeel en moet elektrisch en
mechanisch onderhoud bevatten.
Controleer de volgende punten:
•
Pers- en instroomaansluitingen
Controleer dat alle aansluitingen naar de opvoerinstallatie vast
zitten en niet lekken. Zorg ervoor dat er geen gewicht van de
instroom-, pers- en ontluchtingsleidingen op de tank rust.
Lange leidingen, kleppen etc. moeten ondersteund worden.
•
Elektriciteitsverbruik
Zie typeplaatje.
•
Kabeldoorvoer
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is en dat er geen
knikken of beknellingen in de kabels zitten.
•
Pomponderdelen
Open de klem van het pomphuis, verwijder de pomp van de
tank en controleer het versnijdende systeem. Controleer dat
de ontluchtingsbuis naar de tank niet geblokkeerd is. Als de
pomp opnieuw gemonteerd wordt adviseren we om de O-ring
tussen pomp en tank te vervangen. Doe een testrun met
schoon water. Neem contact op met Grundfos in geval van
lawaai, trillingen of abnormale werking.
•
Kogellagers
Controleer de as op luidruchtig of zwaar lopen.
Vervang defecte kogellagers. In geval van defecte kogellagers
of een slecht functionerende motor dient de pomp normaal
gesproken te worden gereviseerd. Dit dient door de fabrikant
of een erkend servicebedrijf gedaan te worden.
•
Controleer dat terugslagkleppen en afsluitkleppen correct wer-
ken.
10.1 Mechanisch onderhoud
•
Verwijder eventuele verontreinigingen en/of vuilophoping in de
opvangtank.
•
Verwijder eventuele blokkeringen aan de instroomzijde van de
opvoerinstallatie. Een blokkering wordt meestal veroorzaakt
door een groot vast voorwerp.
•
Controleer en vervang de afdichtingen van aansluitingen bij
kleppen etc. indien nodig.
•
Controleer de tank op scheuren en vervormingen. Dit kan wor-
den veroorzaakt door verkeerde installatie waardoor spanning
op de tank komt te staan.
De bovenstaande lijst is niet volledig. Het is mogelijk
dat de opvoerinstallatie in een omgeving wordt
N.B.
geplaatst die grondig en regelmatig onderhoud nood-
zakelijk maakt.
10.2 Elektrisch onderhoud
•
Controleer de afdichtingen aan de voorzijde van de kast van
de LC 221 en van de kabeldoorvoer.
•
Controleer de kabelaansluitingen.
•
Controleer de functies van de regelaar.
•
Controleer en reinig de niveausensor. Zie paragraaf
10.3 Reinigen van de
niveausensor.
•
Als de LC 221 is geïnstalleerd in een vochtige omgeving in
een kelder, dan is het raadzaam om de klemmen op de print-
plaat te controleren op de aanwezigheid van corrosie. In veel
installaties zullen de contacten verscheidene jaren functione-
ren zonder dat inspecties nodig zijn.
•
Vervang de 9 V batterij, indien geplaatst, tijdens de jaarlijkse
service.
De bovenstaande lijst is niet volledig. Het is mogelijk
dat de LC 221 geplaatst wordt in een omgeving die
N.B.
grondig en regelmatig onderhoud vereist.
23