5.2.3 Het inwendige van de LC 221
Afbeelding
13
toont het inwendige van de LC 221.
Afb. 13 Het inwendige van de LC 221
Pos.
Omschrijving
1
Klemmen voor voedingspanning
2
Klemmen voor de aansluiting van pomp 1
3
Klemmen voor de aansluiting van pomp 2
4
Klemmen voor de thermische schakelaar, pomp 1
5
Klemmen voor de thermische schakelaar, pomp 2
6
Klemmen voor externe reset
7
Klemmen voor extern alarm (buiten de tank)
8
Klemmen voor algemene storing
9
Klemmen voor alarm 'hoog waterniveau'
10
Klemmen voor storing, pomp 2
11
Klemmen voor storing, pomp 1
12
Klemmen voor bedrijf, pomp 2
13
Klemmen voor bedrijf, pomp 1
14
Klemmen voor niveauschakelaars
Klemmen voor extra alarm 'hoog waterniveau'
14,1
(binnenin de tank)
15
Klemmen voor analoge sensor
16
Service connector naar PC Tool
17
Connector voor GENIbus interface-module
18
Stuurstroomzekering
19
Piëzoresistieve druksensor-module
20
DIP-schakelaars
21
Connector voor batterij, 9 V
10
NB: Kabelaansluitingen voor pos. 8-15:
Gebruik een kabelbinder als de draden meer
dan 20 mm uit de kabelmantel steken.
Opmerkingen
230 V
230 V
Potentiaalvrije wisselcontacten
NO/NC met max. 250 V / 2 A.
Let op: Sluit deze klemmen aan op
netspanning of lage spanning, maar
haal deze twee niet door elkaar.
Digitaal
Digitaal
0-5 V of 4-20 mA
Niet gebruikt.
Glaszekering: 100 mAT / 20 mm x ∅5
0-5 V
Niet gebruikt.
Uitsluitend niet-oplaadbare batterijen.
De regelaar is niet uitgerust met een
oplader.
Klemaanduiding
PE, N, L3, L2, L1
PE, N, W1, V1, U1
PE, N, W2, V2, U2
T1, T2
T1, T2
11, 12
13, 14
X11
X10
X9
X8
X7
X6
81-88
81, 82
91 (GND), 92 (Signaal), 93 (12 V)
-
-
-
-
-
-