VOEDINGSKABELS
5.5
VOORBEREIDEN VAN DE BEKABELING
•
Controleer voordat u begint of alle componenten van de AC-frequentieregelaar vrij zijn
van spanning. Lees zorgvuldig de waarschuwingen in hoofdstuk 2 Veiligheid.
•
Zorg dat de motorkabels ver genoeg van de andere kabels liggen.
•
De motorkabels moeten andere kabels kruisen met een hoek van 90 graden.
•
Laat de motorkabels voor zover mogelijk niet over langere afstanden parallel aan andere
kabels lopen.
•
Houd als dat toch onvermijdelijk is, de minimumafstanden aan (zie Tabel 20
Minimumafstand tussen kabels).
•
De opgegeven afstanden gelden ook voor de afstand tussen motorkabels en
signaalkabels van andere systemen.
•
De maximale lengtematen voor afgeschermde motorkabels zijn 100 m/328 ft (MR4), 150
m/492 ft (MR5 en MR6) en 200 m/656 ft (MR7, MR8 en MR9).
•
Als controle van de kabelisolatie nodig is, lees dan hoofdstuk 7.4 De kabel- en
motorisolatie doormeten voor instructies.
Tabel 20: Minimumafstand tussen kabels
Afstand tussen kabels,
[m]
0.3
1.0
5.6
KABELINSTALLATIE
5.6.1
BEHUIZINGEN MR4 T/M MR7
Tabel 21: Afstriplengte van de kabels [mm]. Zie de afbeelding in stap 1.
Frame
A
MR4
15
MR5
20
MR6
20
MR7
20
* = zo kort mogelijk.
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: VACON@VACON.COM
Lengte van de
afgeschermde kabel [m]
≤ 50
≤ 200
B
C
35
10
40
10
90
15
80
20
Afstand tussen kabels,
[ft]
1.0
3.3
D
E
20
7
30
10
60
15
80
20
VACON · 69
Lengte van de
afgeschermde kabel [ft]
≤ 164.0
≤ 656.1
F
G
35
*
40
*
60
*
80
*
5