11.10.2000
Dat.: 04.09.2000
1.3.2
DIMENSIONERING VAN ZUIGLEIDINGEN
De verliezen aan de zuigkant moeten zo laag mogelijk blijven, het leidingwerk mag nooit kleiner in diam-
eter zijn dan de aansluitdiameter van de pomp. Een maat groter in diameter geniet de voorkeur. Als een
grotere diameter pijpleiding is gewenst moet het verloop zo dicht mogelijk bij de pomp worden aangebracht,
gebruikmakend van excentrische verlopen (fig.1.1 en 1. 3). Concentrische verlopen mogen nooit gebruikt
worden, hier kunnen luchtinsluitingen optreden. (fig.1.2 en 1.4).
fig.1.1
fig.1.3
Ongebruikelijke zuigcondities zoals een hoge vloeistoftemperatuur, hoogte boven de zeespiegel, een
hoge soortelijke massa of viskeuze vloeistoffen zullen moeten worden gecompenseerd door een juiste
zuigleidingdiameter en een goed ontwerp.
WAARSCHUWING:
De pomp mag niet worden toegepast bij een onderdruk in de zuigleiding waarbij de vloeistof lucht of gas
bevat. Terugslag kleppen mogen niet in de zuigleiding worden toegepast. Schuifafsluiters moeten bij
voorkeur met de spindel horizontaal gemonteerd worden om ophoping van gas of lucht te voorkomen.
Zuigafsluiters moeten geheel geopend zijn tijdens bedrijf.
T +31 (0)294-457712 info@pompdirect.nl www.pompdirect.nl
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ALGEMEEN
No:
94-BA 5030NL
/6a
File:
lucht
insluiting
lucht
insluiting
ALLG_NL
fig.1.2
fig.1.4