Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Montage Van Het Geleidebuissysteem; Controles Vooraf - PompDirect Hidrostat Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Dat:
OKT. 2000
10.11.2000
2.2

MONTAGE

DOMPELPOMPEN
Voordat de pomp gemonteerd kan worden dient de gehele constructie bouwkundig en technisch compleet
afgebouwd te zijn. Zorg er voor dat de lengte van de meegeleverde kabel voldoende is voor de locale situatie.
Het is raadzaam om voor montage- en servicedoeleinden een hijsblok of kettingtakel boven de pompput aan te
brengen (of tenminste de mogelijkheid dit later te doen). Er dient een spoelwatervoorziening aanwezig te zijn met
een druk van ca. 4 bar om de pomp schoon te kunnen spuiten wanneer hij uit de put verwijderd wordt.
Zorg er voor dat de kabeluiteinden tijdens de montage NOOIT IN CONTACT KOMEN MET WATER.
2.2.1 MONTAGE VAN HET GELEIDEBUISSYSTEEM (fig. 2.4)
a)
Monteer de bovenste buishouder van de geleide-
buis. Zorg er voor dat er voldoende ruimte blijft voor
de geleideklauw.
b)
De putbodem waarop de voetbocht gemonteerd
moet worden dient vlak en horizontaal te zijn. Zet de
voetbocht vast met chemische ankers of met
plugbouten en zorg er voor dat de pennen voor de
geleidebuis loodrecht onder de pennen van de bo-
venste buishouder komen te staan.
c)
De geleidebuis dient gemaakt te worden van stan-
daard thermisch verzinkte (of roestvrijstalen) pijp.
Snij de pijp af op de juiste lengte. Zet het onderste
buiseind over de pen van de voetbocht of in de
daarvoor bedoelde opening. Maak de bovenste buis-
houder los. Schuif de pen in het bovenste uiteinde
van de glijbuis en zet de buishouder weer vast.
Controleer of de glijbuizen exact verticaal staan en
parallel lopen.
d)
De persleiding moet geheel spanningsvrij en goed in
lijn op de voetbocht aangesloten worden.
Wanneer er vlak bij de pomp een terugslagklep
gemonteerd is, dan moet bij de eerste maal opstarten
van de pomp alle lucht uit het pomphuis en de
persleiding (tot de terugslagklep) verwijderd worden
om er voor te zorgen dat de pomp geheel gevuld is
met water. (paragraaf 2.2.3, fig. 2.5).
2.2.2

CONTROLES VOORAF

Controleer voordat de pomp in de put zakt of:
- De hijsketting of de stalen hijskabel op de juiste wijze is bevestigd aan de hijsogen.
- De kabeldoorvoer van de motor onbeschadigd is, of hij nog stevig vast zit en of de kabels stevig omklemd
worden door de kabeldoorvoer.
- De kabels tijdens transport of de montage niet beschadigd zijn. Let vooral op knikken of scheuren in de
isolatie. Wanneer de buitenmantel van een kabel beschadigd is moet hij in zijn geheel vervangen worden.
- De kabels lang genoeg zijn en dat ze de pomp zonder belemmering kunnen volgen.
- De kabeluiteinden nooit in contact geweest zijn met water.
- De rubber afdichtingsring voor de persflens van de pomp goed in de groef ligt en niet beschadigd is.
- De rubber afdichtingsring grondig ingevet is.
- De draairichting correct is (paragraaf 2.2.4, fig. 2.6).
T +31 (0)294-457712 info@pompdirect.nl www.pompdirect.nl
GEBRUIKERSHANDLEIDING
INDOMPELBARE MOTOREN
94-BA 5080NL/
5c
No:
Q_UEBE_NL
File:
bovenste buishouder
O-ring
geleidebuis
geleideklauw
rubber dichting
kettinghaak
kabelbevestiging
voetbocht
fig. 2.4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave