Als de machine over een grote afstand moet
worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een
vrachtwagen of een aanhanger.
1. Ga naar het omloopventiel op de pomp (Figuur 39)
en draai deze 90°.
Figuur 39
1. Omloopventiel
2. Voordat u de motor start, moet u het omloopventiel
sluiten door deze 90° (1/4 slag) te draaien. U mag
de motor niet starten terwijl het ventiel open is.
Standard Control Module
(SCM)
De Standard Control Module is een ingekapseld
elektronisch apparaat dat is vervaardigd in een "one size
fits all" configuratie. De module gebruikt halfgeleider-
en mechanische elementen ten behoeve van de controle
en regeling van de standaard elektrische functies die
nodig zijn voor een veilig gebruik van het product.
De module controleert inputs zoals neutraalstand,
parkeerrem, aftakas, starten, wetten en hoge
temperatuur. De module activeert outputs zoals de
solenoïde voor de aftakas, de startmotor en de ETR
(activering om te lopen).
De module is verdeeld in inputs en outputs.
Inputs en outputs worden aangegeven door groene
LED-controlelampjes die zijn aangebracht op de
printplaat.
De input voor het startcircuit wordt geactiveerd door
12 VDC. Alle andere inputs worden geactiveerd als het
circuit wordt gesloten om massa te maken. Elke input
heeft een LED die gaat branden als het desbetreffende
circuit wordt geactiveerd. Gebruik de input-LEDs om
problemen met het circuit van de schakelaar en de input
te verhelpen.
De output-circuits worden geactiveerd door correcte
input-condities. De drie outputs omvatten de aftakas,
ETR en starten. De output-LEDs controleren de
conditie van de relais en geven aan dat er elektrische
spanning op een van de drie contactpunten voor de
output is.
De output-circuits stellen niet vast of het
output-apparaat correct functioneert, zodat in geval van
problemen met de elektrische functies ook de LEDs en
de werking van de gewone apparatuur en de kabelboom
moeten worden gecontroleerd. Meet de impedantie van
het losgekoppelde onderdeel, de impedantie door de
kabelboom (loskoppelen bij de SCM), of voer een test
uit waarbij het desbetreffende onderdeel tijdelijk wordt
geactiveerd.
De SCM is niet aangesloten op een externe computer
of een handtoestel, kan niet opnieuw worden
geprogrammeerd en registreert geen periodieke
gegevens over storingen en problemen.
Des sticker op de SCM bevat uitsluitend symbolen.
Het output-vak bevat symbolen voor de LEDs van
de drie outputs. Alle andere LEDs zijn inputs. Op de
onderstaande tabel staan de symbolen.
Hier vindt u in logische volgorde de stappen die u
moeten nemen op de SCM om problemen te verhelpen.
1. Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen
(aftakas, Starten of ETR).
2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan en kijk
of de rode LED voor het vermogen brandt.
3. Beweeg alle input-schakelaars om er zeker van te
zijn dat alle LEDs van status veranderen.
4. Zet de input-apparaten in de juiste stand om de
correcte output te verkrijgen. Gebruik de volgende
tabel om de correcte input-conditie te bepalen.
5. Als een specifieke output-LED brandt zonder
de juiste output-functie, moet u de bedrading
van de output, de aansluitingen en het onderdeel
controleren. Indien nodig repareren.
6. Als een specifieke output-LED niet brandt, moet u
beide zekeringen controleren.
7. Als een specifieke output-LED niet brandt en de
inputs zijn in goede conditie, moet u een nieuwe
SCM plaatsen en kijken of de storing verdwijnt.
34
Figuur 40