6. Plaats de O-ring (meegeleverd met het maaidek) op
de flens van de aandrijfmotor.
7. Monteer de motor en de sterkoppeling op het
aandrijfuiteinde van het maaidek en bevestig deze
twee tapbouten (meegeleverd met het maaidek).
12
Hefarmen afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Start de motor, breng de hefarmen omhoog en
controleer of de afstand tussen elke hefarm en de
vloerplaatbeugel 5 tot 8 mm bedraagt (Figuur 22).
1
Maaidekken verwijderd ter verduidelijking
1. Hefarm
2. Beugel van vloerplaat
Opmerking: Als de speling zich niet in dit bereik
bevindt, pas de achterste cilinder dan als volgt aan:
A. Draai de aanslagbouten los en pas de cilinder aan
om de speling te behouden (Figuur 23).
2
Figuur 22
3. Speling
1. Aanslagbout
2. Hefarm
B. Draai de contramoer op de cilinder los
(Figuur 24).
3
1. Voorste cilinder
G008876
C. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang
en draai de gaffel.
D. Plaats de pen en controleer de speling.
E. Herhaal indien nodig stap 1 tot en met 4.
F. Draai de contramoer van de gaffelpen vast.
Opmerking: Als de achterste hefarm tijdens het
transport rammelt, moet u de speling verminderen.
2. Controleer of de speling tussen elke hefarm en de
aanslagbouten 0,13 tot 1,02 mm bedraagt (Figuur 23).
Opmerking: Als de afstand zich niet in dit bereik
bevindt, moet u de aanslagbouten verstellen om de
juiste speling te verkrijgen.
3. Start de motor, breng de hefarmen omhoog en
controleer of de speling tussen de band aan de
bovenzijde van de slijtbalk op het achterste maaidek
en de bumperband 0,51 tot 2,54 mm bedraagt
(Figuur 25).
22
Figuur 23
3. Speling
Figuur 24
2. Contramoer