Werking
2.
Koppel na het uitzetten van de motor de
brandstofleiding los, als een brandstof-
leidingkoppelstuk is voorzien op de bui-
tenboordmotor.
3.
Draai de ontluchtingsschroef op de
tankdop vast (indien voorzien).
4.
Neem de sleutel uit als de boot onbe-
waakt zal worden achtergelaten.
NOTA:
De motor kan ook worden uitgeschakeld
door aan het snoer te trekken en de vergren-
delplaat uit de motorstopschakelaar te trek-
ken
en
dan
de
verdraaien naar "
DMU27861
De buitenboordmotor trimmen
De trimhoek van de buitenboordmotor helpt
de positie van de boeg van de boot in het wa-
ter bepalen. Een correcte trimhoek helpt de
prestaties en de zuinigheid verbeteren en
vermindert tegelijk de belasting van de mo-
tor. Een correcte trimhoek is afhankelijk van
de combinatie van boot, motor en propeller.
De correcte trim wordt ook beïnvloed door
variabelen zoals de lading in de boot, de
zeeomstandigheden en de vaarsnelheid.
DWM00740
WAARSCHUWING
Te veel trim voor de werkingsomstandig-
heden (ofwel trim naar boven of trim naar
beneden)kan ervoor zorgen dat de boot
instabiel wordt en dat hij moeilijk be-
stuurbaar is. Dat doet de kans op een on-
geluk toenemen. Als de boot onstabiel
aanvoelt of als hij moeilijk te besturen is,
vertraag dan en/of regel de trimhoek bij.
37
hoofdschakelaar
" (uit).
te
1. Trimbedieningshoek
DMU27881
Trimhoek instellen
Modellen met trim- en kantelbekrachti-
ging
DWM00750
WAARSCHUWING
Zorg dat iedereen uit de buurt van de
G
buitenboordmotor is wanneer u de kan-
telhoek bijregelt en dat er geen li-
chaamsdelen
aandrijfeenheid en de motorbracket
klem raken.
Wees voorzichtig als u voor het eerst
G
een trimstand uitprobeert. Verhoog de
snelheid geleidelijk en ga na of er zich
geen tekenen van instabiliteit of bestu-
ringsproblemen voordoen. Een onjuis-
te trimhoek kan tot verlies van controle
leiden.
Gebruik de kantelbekrachtigingsscha-
G
1
ZMU04258
tussen
de