14. Zodra stap 11 is bereikt, moet u het draaduiteinde
vasthouden met een stuk gereedschap en de
borgmoer aandraaien tegen de standaardmoer. Zorg
ervoor dat de kabel niet draait terwijl de moeren
worden vastgedraaid.
15. Sluit de vrijgavehendels van de aandrijfwielen. Zie
De vrijgavehendels van de aandrijfwielen gebruiken
in de gebruiksaanwijzing.
16. Herhaal dit aan de andere kant van de machine.
17. Plaats de achterbanden en draai de wielmoeren aan
met een torsie van 122-129 Nm.
18. Haal de kriksteunen weg.
Figuur 75
Linkerhandrem weergegeven
1. Kabelanker
2. Draaduiteinde
3. Duw de hendel in deze
richting
4. Hendel-arm
5. Standaardmoer
(weergegeven tegen
de opening)
6. Borgmoer
7. Trek het draaduiteinde van
de kabel deze kant op
8. Houd het draaduiteinde
hier
9. Scharnier
Onderhoud riemen
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Riemen controleren. Tekenen dat een riem aan het
slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem,
slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde
randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem
als u deze zaken constateert.
Aandrijfriem van maaidek
vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen
tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en
scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Breng het maaidek omlaag naar een maaihoogte
76 mm.
4. Verwijder de aandrijfriemkappen (Figuur 76).
1. Verwijder de bout
5. Gebruik een ratelsleutel in de vierkante opening in
de arm van de spanpoelie om de druk op de veer te
verminderen (Figuur 77).
6. Verwijder de riem van de poelies van het maaidek.
7. Verwijder de riemgeleider op de arm van de
veerbelaste spanpoelie zoals getoond in Figuur 77.
8. Verwijder de bestaande riem.
9. Bevestig de nieuwe riem rond de poelies van het
maaidek en de koppelingspoelie onder de motor
(Figuur 77).
51
Figuur 76
2. Verwijder de
aandrijfriemkap