1. Veerringen
2. Borgmoer
Opvulstuk van de koppeling
gebruiken
Er zijn enkele modellen die zijn voorzien van een
koppeling met een opvulstuk bij de rem. Als de
koppelingsrem is versleten tot het punt waarop de
koppeling niet meer consistent aangrijpt, kan het
opvulstuk worden verwijderd om de levensduur van de
koppeling te verlengen.
1. Armatuur
2. Veldafdekking
3. Rotor
4. Montagebout van rem
Opvulstuk van de koppeling
verwijderen
1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het
contactsleuteltje. Stel de parkeerrem in werking.
Laat de machine volledig afkoelen voordat u deze
instructies gaat uitvoeren.
Figuur 64
3. Stofkap
Figuur 65
5. Afstandsstuk van rem
6. Opvulstuk
7. Remstang
2. Blaas met een behulp van perslucht al het vuil onder
de remstang en rond de afstandsstukken van de rem
weg.
3. Controleer de staat van de bedrading van de
kabelboom, de aansluitingen en de polen. Reinig of
repareer deze indien nodig.
4. Controleer dat er 12 V op de koppelingsconnector
staat als de aftakasschakelaar in ingeschakeld.
5. Meet de opening tussen de rotor en de armatuur.
Als de opening groter is dan 1 mm, ga dan als volgt
te werk:
A. Draai beide montagebouten een halve tot een
hele slag los zoals hieronder wordt getoond.
Opmerking: Verwijder de remstang niet van
de veldafdekking/armatuur. De remstang is
versleten rond de armatuur en moet blijven
passen nadat het opvulstuk is verwijderd om
voldoende remkoppel te garanderen.
1. Montagebout van rem
B. Pak het lipje vast met de hand of met een
pincet en verwijder het opvulstuk (werp het
opvulstuk niet weg totdat de juiste werking van
de koppeling is bevestigd).
47
Figuur 66
Figuur 67