Als accukabels verkeerd worden verbonden,
kan dit schade aan de machine en de kabels
tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing
komen, waardoor lichamelijk letsel kan
ontstaan.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu
los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd eerst de pluskabel (rood) van de
accu aan voordat u de minkabel (zwart)
aansluit.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Koppel eerst de minkabel (zwart) los van de minpool
(-) op de accu (Figuur 57).
4. Schuif het rode stofkapje van de (rode) pluspool
van de accu en verwijder de (rode) pluskabel (+)
(Figuur 57).
5. Verwijder de vleugelmoeren waarmee de accuklem
is bevestigd (Figuur 57).
6. Verwijder de klem (Figuur 57).
7. Verwijder de accu.
1
3
1. Verwijder de vleugelmoer
en de klem
2. Verwijder eerst de
minkabel en daarna
pas de pluskabel
Accu monteren
1. Plaats de accu in een bak met de accupolen van de
hydraulische tank af (Figuur 57).
2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van
de accu.
3. Bevestig vervolgens de (zwarte) minkabel en
aardingsdraad aan de minpool (-) van de accu.
4. Bevestig de kabels met 2 bouten, 2 ringen en
2 borgmoeren (Figuur 57).
5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (rood) van de accu.
6. Bevestig de klem en zet deze vast met de vleugelmoer
(Figuur 57).
43
2
4
Figuur 57
3. Verwijder de pluskabel
4. Verwijder de accu
G008964