Figuur 24
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, zet u de rijhendels in de
neutraalstand en vergrendelt u de hendels, schakelt u
de aftakas uit en draait u het contactsleuteltje naar de
stand Uit.
Als u de machine achterlaat, moet u tevens de
parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in
werking stellen in de gebruiksaanwijzing. Denk erom
dat u het sleuteltje uit het contact haalt.
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen
als zij de machine verplaatsen of proberen te
bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en
stel de parkeerrem in werking wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
De maaihoogte instellen
De transportvergrendeling gebruiken
De transportvergrendeling heeft twee standen en
wordt gebruikt in combinatie met het voetpedaal. Er
is een vergrendelde en een ontgrendelde stand voor
de transportstand. De transportvergrendeling wordt
gebruikt in combinatie het voetpedaal. Zie Figuur 25
G008953
24
Figuur 25
Standen transportvergrendeling
1. Transportvergrendeling
2. Vergrendelde stand:
het maaidek wordt
vergrendeld in de
transportstand
De pen voor de maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden afgesteld van 25 tot
140 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in
verschillende openingen te plaatsen.
1. Zet de transportvergrendeling in de vergrendelde
stand.
2. Druk het voetpedaal in met uw voet en breng
het maaidek omhoog tot de transportstand (de
maaihoogtestand van 140 mm) (Figuur 26).
3. Om dit aan te passen, draait u de pen 90 graden
en verwijdert u de pen uit de maaihoogtebeugel
(Figuur 26).
3. Ontgrendelde stand:
het maaidek is niet
vergrendeld in de
transportstand