Figuur 36
1. Bindogen tractie-eenheid
Machine inladen
Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine
op een aanhanger of een vrachtwagen laadt. Wij
adviseren u gebruik te maken van een hellingbaan die
de volle breedte van de machine beslaat en zo breed
is dat deze uitsteekt voorbij de achterwielen in plaats
van afzonderlijke oprijplaten voor elke kant van de
maaimachine (Figuur 37). Het lagere achterdeel van het
frame steekt tussen de achterwielen naar achteren uit en
moet voorkomen dat de machine achterover kantelt.
Een hellingbaan die zich over de volle breedte uitstrekt,
geeft de onderdelen van het frame een oppervlak dat
steun biedt als de machine achterover dreigt te kantelen.
Als het niet mogelijk is een brede hellingbaan te
gebruiken, moet u voldoende afzonderlijke oprijplaten
gebruiken om een complete hellingbaan afdoende te
kunnen vervangen.
De hellingbaan moet zo lang zijn dat de hoek van de
hellingbaan met de grond niet groter is dan 15 graden
(Figuur 37). Een steilere hoek kan ertoe leiden dat
onderdelen van het maaidek blijven haken als de
machine van de hellingbaan naar de aanhanger of de
vrachtwagen rolt. Steilere hoeken kunnen ook tot
gevolg hebben dat de machine achteroverkantelt. Als u
de machine inlaadt op of in de nabijheid van een helling,
moet u de aanhanger of vrachtwagen zo plaatsen
dat deze lager op de helling staat en de hellingbaan
hoger op de helling. Hierdoor wordt de hoek die de
hellingbaan maakt, zo klein mogelijk. De aanhanger of
de vrachtwagen moet zo horizontaal mogelijk staan.
Belangrijk: Probeer de machine niet te keren als
deze op de hellingbaan staat; u kunt de controle
verliezen en de kans bestaat dat de machine van de
zijkant van de hellingbaan afrijdt.
U mag de snelheid niet abrupt verhogen als u de
machine de hellingbaan oprijdt en ook niet abrupt
verlagen als u de machine de hellingbaan afrijdt. In
beide gevallen bestaat de kans dat de machine dan
achteroverkantelt.
Als een machine wordt geladen op een
aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans
vergroot dat de machine achterover kantelt.
Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood
veroorzaken.
• Ga zeer voorzichtig te werk als u een
machine een hellingbaan op-/afrijdt.
• Controleer of de rolbeugel omhoog staat
en gebruik de veiligheidsgordel terwijl de
machine wordt geladen. Controleer of de
rolbeugel het dak van een dichte aanhanger
niet raakt.
• Gebruik een enkele hellingbaan die de volle
breedte van de machine beslaat. Gebruik
geen afzonderlijke oprijplaten voor elke kant
van de machine.
• Als u afzonderlijke oprijplaten moet
gebruiken, plaats dan voldoende oprijplaten
zodat u een hellingbaan heeft met een
ononderbroken oppervlak dat breder is dan
de machine.
• Zorg ervoor dat de hoek tussen de
hellingbaan en de grond of tussen de
hellingbaan en de aanhanger of vrachtwagen
niet groter is dan 15 graden.
• U mag de snelheid niet abrupt verhogen als
u de machine de hellingbaan oprijdt omdat
anders de machine achterover kan kantelen.
• U mag de snelheid niet abrupt verlagen als
u de machine de hellingbaan afrijdt omdat
de machine dan achterover kan kantelen.
29