2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
Plaats het Leind van de veer achter de rand van het
maaidek.
Opmerking: Zorg ervoor dat het L-vormige
uiteinde van de veer achter de rand van het maaidek
is geplaatst voordat u de bout bevestigt zoals wordt
getoond in Figuur 102.
3. Monteer de bout en de moer. Plaats het J-vormige
haakeind van de veer om de grasgeleider (Figuur 102).
Belangrijk: De grasgeleider moet omlaag in
positie kunnen klappen. Til de grasgeleider
omhoog om te controleren of deze volledig
omlaag klapt.
Figuur 102
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
5. Veer, gemonteerd
6. Grasgeleider
7. L-vormige eind van veer,
achter de rand van het
maaidek plaatsen voordat
u de bout monteert
8. J-vormige haakeind van
veer
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Hef het maaidek op in de transportstand.
Afvalverwijdering
Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof
verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen
volgens de plaatselijke voorschriften.
64