7
Verificatie van installatie
Als alle eenheden in het stuurautomaatsysteem zijn geïnstalleerd,
externe apparatuur is aangesloten en de software is geconfigureerd
volgens de instructies in de vorige hoofdstukken, dient de installatie
te worden geverifieerd op basis van de checklist. De specifieke
instellingen voor de boot dienen te worden genoteerd in de
daarvoor bestemde tabellen in dit hoofdstuk.
Checklist
Beschrijving
Onderdelen volgens de
instructies gemonteerd en
bevestigd
Netwerk voorzien van voeding
en afsluitweerstanden volgens
de instructies
Geselecteerde bronnen
Vaartuig geconfigureerd
Aandrijfeenheid (AC70)
geconfigureerd en gekalibreerd
Thruster (AD80/SD80)
geconfigureerd en gekalibreerd
Kompas gekalibreerd
Vaartest voltooid (handmatig of
via Autotune)
Profielen gedefinieerd en
geconfigureerd
Verificatie van
installatie| A2004 Gebruikershandleiding
Referentie
Installatie-instructies voor de
onderdelen
Bekabelingsinstructies voor de
onderdelen
"Software installeren" op pagina 37
"Boot eigenschappen" op pagina 52
"Configuratie AC70" op pagina 45
"Configuratie AD80/SD80" op pagina
49
"Kompas instellen" op pagina 54
"Testvaart" op pagina 54
"Door de gebruiker te configureren
instellingen" op pagina 56
63